Lifestyle / Auto buiten het werk: voornamelijk voor de kinderen

650 ouders (van 1.255 kinderen en tieners) werden in maart ondervraagd door de Gezinsbond om te weten te komen waarvoor ze hun auto gebruiken naast het woon-werkverkeer. De conclusie is dat kinderen tot veel verplaatsingen leiden, vooral voor wie op het platteland woont en/of deel uitmaakt van een samengesteld gezin. Veel ouders spelen dus vaak voor taxichauffeur. De keuze voor de auto als vervoermiddel is zowel economisch, praktisch als emotioneel ingegeven.

370.000 kilometer

Belgische ouders leggen gemiddeld 120.000 kilometer af in de eerste achttien jaar van de kinderen, om ze naar school te brengen, naar buitenschoolse activiteiten, om op vakantie te gaan of ze naar hun vrienden te brengen. Vooral wanneer ze op het platteland wonen of in zones waar er geen openbaar vervoer ter beschikking is. Dat gemiddelde loopt op tot wel 370.000 kilometer voor ouders van samengestelde gezinnen, als gevolg van de beurtrollen. 80 procent van de gezinnen gaat met de auto op vakantie. Dat is voornamelijk omdat met de auto op reis gaan comfortabel is, flexibel en niet duur.

Voor en na school

De situatie zal er niet snel op verbeteren, want 56 procent van de ouders brengt de kinderen naar school met de wagen. Voor de buitenschoolse activiteiten bedraagt dat gemiddelde zelfs 66 procent. Daarbij komt dat 60 procent van de gezinnen de auto elke dag gebruikt in een verkeersomgeving die door 25 procent van de ouders als stresserend ervaren wordt.

Te duur

Het openbare vervoer vindt 30 procent van de ondervraagde ouders veel te duur. Bovendien maakt het hen ook bang om hun kinderen alleen te moeten achterlaten op de trein/tram/bus en onzeker te zijn van het uur van aankomst. Wanneer de kinderen ouder dan 18 jaar zijn, blijven ouders meer thuis en wordt de auto geleend door de jonge bestuurder(s)... waarbij nog steeds de angst de kop opsteekt als die te laat thuiskomen.