Zich aanmelden

Met Facebook aanmelden

of

Uw informatie is niet correct.
Ik meld me aan Wachtwoord vergeten?
Er is geen Facebook-account verbonden aan de website, schrijf u in.

Wachtwoord vergeten?

×
Mijn wachtwoord opnieuw instellen
Je ontvangt een e-mail voor het instellen van een nieuw wachtwoord.
Geen account gekoppeld aan dit e-mailadres

Nog geen account?
SCHRIJF JE GRATIS IN.

Eerste test / Mini John Cooper Works: een echte bom

Voor wie de Mini Cooper S te braaf vindt, is er voortaan de John Cooper Works. 231 pk en een herwerkt chassis maken van de kleine sportieveling een echte bom, zonder echter zijn goede manieren te verliezen.

Prijs
NB

Het concept

Net zoals de eerste verwezenlijkingen van de beroemde John Cooper Works op basis van de oorspronkelijke Mini heeft ook deze nieuweling benzine door de aderen stromen en ruikt hij naar het circuit. Het JCW-pakket werd op de eerste 'nieuwe' Mini nog als een kit aangeboden, maar werd ondertussen een aparte variant binnen het gamma, ongetwijfeld op vraag van een erg specifiek cliënteel dat verzot is op echte sportievelingen of... op een zekere vorm van exclusiviteit. De jongste Mini JCW is nog steeds afgeleid van de Cooper S en verandert het recept niet: een krachtiger motor, een (nog) meer expressieve stijl en een verfijnd chassis. Meer is niet nodig om het al erg sterke sexappeal nog meer in de verf te zetten.

Wat er verandert

Getrouw aan het nieuwe formaat van de jongste Mini is de John Cooper Works in de eerste plaats gegroeid. Gedaan met het zakformaat, dit kleintje met zijn ronde ogen is nu qua afmetingen eerder een veelzijdige stadsauto - type Volkswagen Polo of Renault Clio -, met dat verschil dat deze JCW enkel verkrijgbaar is als driedeurs 'Hatch', terwijl de Cooper S ook bestaat met het nieuwe vijfdeurskoetswerk. In de neus ligt dezelfde drukgevoede tweeliter als in de Cooper S - en dus ook in de BMW 225i Active Tourer - die hier is opgevoerd tot 231 pk (tegenover 192 in de Cooper S). Daarmee zet de kleine Brit een topsprinttijd naar 100 km/h neer van 6,3 seconden of zelfs maar 6,1 seconden met de optionele automatische versnellingsbak en zijn launch control-functie en haalt hij een topsnelheid van 250 km/h.

Hoe rijdt hij?

Zoals zijn bruisende persoonlijkheid het vereist, staat de John Cooper Works standaard op het Sportonderstel dat een optie is op de Cooper S en op zeventienduimvelgen (of zelfs achttienduimers in het geval van onze testauto). Die keuze vergt tegenwoordig veel minder toegevingen in die zin dat de schokdemping hier niet langer is opgeofferd om de koetswerkondersteuning te kunnen garanderen. Het is dus niet langer onmogelijk om alle dagen met een John Cooper Works te rijden en de meest veeleisenden kunnen de veelzijdigheid van het model nog altijd versterken door te kiezen voor de adaptieve ophanging van 510 euro, terwijl je nog steeds gegarandeerd plezier kan beleven wanneer het terrein meer uitdagend wordt. Op bochtige wegen behoudt de Mini JCW zijn precieze en bijtgrage voortrein (die onder meer garant staat voor kartachtige rijsensaties), maar zijn langere wielbasis en zachtere ophanging garanderen meer zuivere lijnen, vooral op slechte wegen. Qua motor kom je uiteraard nooit reserves tekort, al snijdt hij je ook niet bepaald de adem af. Dat ligt ongetwijfeld aan de iets te ver doorgedreven lineaire werking van de viercilinder. Toch biedt hij wel degelijk acceleratiesensaties, terwijl de uitlaat knettert wanneer je gas lost om de emoties te versterken. Het remsysteem van zijn kant werd verfijnd door specialist Brembo en staat op het niveau van de prestaties van de auto (we hadden niet minder verwacht), behalve dan misschien voor het pedaalgevoel, dat wat te sponzig blijft bij een sportieve rijstijl.

Budget/uitrusting

Reken op zo'n 6.000 euro meer dan een Cooper S. Dat is veel... en niet veel, als je kijkt naar de erg rijkelijke standaarduitrusting. Zo krijgt hij zaken mee die nog opties zijn op een Cooper S, zoals de specifieke koetswerkkit, de zeventienduimvelgen, de led-koplampen, de sportstoelen met speciale bekleding en nog heel wat details zoals een antracietkleurige hemel of een specifiek stuur. Daardoor krimpt het prijsverschil tot slechts de helft... maar de basisprijs van 31.390 euro (zonder de uiteraard talrijke opties) blijft even slikken.

De concurrentie

Er zijn heel wat kleine kuitenbijtertjes die graag de degens zouden willen (kunnen?) kruisen met de Mini. Zonder exhaustief te zijn, vermelden we de Renault Clio RS, de Peugeot 208 GTi en de recentere Opel Corsa OPC... Maar ondanks zijn standaard vierwielaandrijving (en zijn 2.0-turbomotor van... 231 pk) blijft de Audi S1 in onze ogen de grootste rivaal van de John Cooper Works, met een licht prijsvoordeel (ongeveer 900 euro) voor het bommetje met de vier ringen.

Ons verdict

De nieuwe Mini John Cooper Works is een vleugje minder karikaturaal en vooral veel beter dagelijks bruikbaar dan zijn voorganger en garandeert nog steeds bakken sensaties en exclusiviteit. Jawel, er zijn betere aanbiedingen voor wie een sportieveling zoekt - en bovendien voor een gunstiger prijskaartje - maar niemand combineert dat met zoveel stijl en originaliteit.

In dit artikel : MINI, MINI Mini

Tests

Onze tests

Stockwagens

Stockwagens in de kijker

Tweedehands

Tweedehandswagens in de kijker