Detailtests / 2025 Dacia Bigster Hybrid 155 (Journey)

Het imago van Dacia was tot nog toe volledig opgebouwd rond het argument van lowcost – al horen ze die term bij het merk niet graag meer, en spreken ze voortaan liever over ‘value for money’. Puur pragmatische auto’s, ontdaan van alle overbodige tierlantijntjes en verkocht voor prijzen die alle concurrentie tartten. En dat bleek een succes­recept, want de Roemeense Renault-dochter is uitgegroeid tot een echte verkooptopper: de Sandero schopte het vorig jaar (alweer) tot Europa’s populairste auto, terwijl ook de Duster niet aan te slepen is.

Natuurlijk doet zo’n budgetargument het vooral goed in de lagere segmenten van de markt, waar de prijs nu eenmaal een doorslaggevend criterium is. Naarmate je hogerop de maatschappelijke ladder klimt, wordt dat steeds minder evident. Je zou je dan ook kunnen afvragen wat Dacia daar eigenlijk te zoeken heeft. Neemt het geen risico door nog een model aan te bieden boven de Duster, die met zijn 4,34 meter qua formaat zelf al bij het C-segment aanleunt? De nieuwe Bigster zal het namelijk moet opnemen tegen een brede schare aan concurrenten en beantwoorden aan subjectieve criteria waar ze bij Dacia weinig ervaring mee hebben.

Grand Duster?

Intrinsiek ziet de Bigster eruit als een ‘Grand Duster’, om binnen de terminologie van moederhuis Renault te blijven. Met die Duster deelt de nieuwkomer trouwens zijn CMF-B-platform, zij het met een 4,5 centimeter uitgerekte wielbasis. De rest van de bijna 23 centimeter die de Bigster langer is, zit hem puur in de achteroverhang. Breedte en hoogte zijn voor beide modellen gelijk. Nochtans gaan er achter die cijfers best wel wat verschillen schuil. Om de geluiddemping te verbeteren heeft de Bigster bijvoorbeeld een dikkere voorruit… die ook met verwarming verkrijgbaar is, een primeur voor Dacia.

Voor de rest hangt veel ervan af vanuit welke hoek je de Bigster bekijkt. In zijaanzicht is het verschil met de Duster zonneklaar: onmogelijk voorbij die langere achterpartij te kijken, al was het maar door die verder doorlopende zijruiten. Een inzetstuk van zwarte kunststof met het opschrift ‘Bigster’ moet de C-stijl optisch wat minder zwaar doen lijken. Anders dan de Duster heeft de Bigster ook niet de verticale strip van zwarte kunststof ter hoogte van de voordeuren, maar is het volledige portier in koetswerkkleur gelakt. Boven aan die voordeuren zit wel nog een specifiek (horizontaal) inzetstuk.

Frontaal moet je al twee keer kijken, maar als je de Duster en Bigster naast elkaar zet, merk je dat de luchtinlaat bij die laatste wat hoekiger gevormd is, en dat de mistlichten hier geïntegreerd werden in de zijdelingse luchtinlaten. Ook pal van achteren gezien zijn er kleine verschillen met de Duster, voornamelijk ter hoogte van de handgreep van de achterklep en de bumper. De moduleerbare dakstangen zijn standaard op de versie Extreme en optioneel op de door ons geteste Journey-variant.

Outdoorsport

In diezelfde twee topversies kan de achterbank in drie delen (40/20/40) worden neer­geklapt: het middelste deel vormt daarbij niet zomaar een klassieke armsteun, maar geeft ook toegang tot twee geïntegreerde bekerhouders en evenveel smartphone­houders. Handig… al ontstaat er op die manier wel een gapend gat naar de koffer. Om redenen van kostenefficiëntie heeft de Bigster geen verschuifbare achterbank, die nochtans handig geweest zou zijn om de koffer nóg wat groter te maken – beenruimte is er toch in overvloed.

Liefhebbers van outdoorsporten mogen echter gerust zijn: het bagagecompartiment van de Bigster is niet alleen reusachtig, maar ook nog eens gebruiksvriendelijk – hier schuilt duidelijk een meerwaarde ten opzichte van de Duster. Je krijgt er makkelijk twee fietsen in (met het voorwiel verwijderd, welteverstaan), maar evengoed die oude buffetkast of die grote spiegel die je op de plaatselijke rommelmarkt op de kop hebt getikt.

Ook een (grote) hondenbench kan probleemloos mee. Net zoals de andere Dacia’s kun je tot slot ook voor de Bigster nog een driepersoonstent bestellen die op de achterklep aansluit (404 euro). Al dan niet te combineren met het Sleep Pack, dat voor 1.980 euro in een uitklapbare tweepersoons­matras van 190 bij 130 centimeter voorziet. Handig voor avonturiers…

Foto’s: Jonathan Godin