Zich aanmelden

Met Facebook aanmelden

of

Uw informatie is niet correct.
Ik meld me aan Wachtwoord vergeten?
Er is geen Facebook-account verbonden aan de website, schrijf u in.

Wachtwoord vergeten?

×
Mijn wachtwoord opnieuw instellen
Je ontvangt een e-mail voor het instellen van een nieuw wachtwoord.
Geen account gekoppeld aan dit e-mailadres

Nog geen account?
SCHRIJF JE GRATIS IN.

Eerste test / Alpine A110 2018: Glorierijke wedergeboorte

Geschreven door David Leclercq op

22 jaar nadat de Alpine A110 van de markt verdween, herrijst hij. Het nieuwe model herneemt de waarden van het oermodel uit 1962: een laag gewicht, een compact formaat en veel levendigheid. Maar hij voegt er een dosis veelzijdigheid aan toe.

Het concept

De wedergeboorte van Alpine is op zijn zachtst een ingewikkelde zaak geweest. Het idee werd aangekondigd in 2012 en zou samen met Caterham op poten worden gezet. In 2014 trok de Britse partner zich echter uit het project terug en dus moest het intern binnen de Renault-Nissan-Alliantie worden heropgestart. Die greep grondig in en maakte de auto minder spartaans dan oorspronkelijk gepland en voegde een flinke dosis veelzijdigheid toe.

Wat er verandert

Licht en levendig, met die twee woorden kan je het doel van Alpine best samenvatten. Dat credo is ook dat van Colin Chapman, de oprichter van Lotus, en dat we vooral in de Elise sterk uitgedrukt zien. Daarom is het ook geen verrassing dat hier vergelijkbare oplossingen zijn toegepast, zoals een kas in geëxtrudeerde aluminium balken die zowel gelijmd als geklinknageld zijn. In tegenstelling tot Alfa Romeo met zijn 4C heeft Alpine dus niet voor koolstofcomposietmaterialen gekozen, om de kosten te drukken. Voor de ophanging genoot Alpine heel wat vrijheid, zodat het twee assen met bovenliggende driehoeken kon ontwikkelen, wat de beste garantie is voor de precisie en de efficiëntie, omdat de banden op die manier zo vlak mogelijk tegen het asfalt kunnen worden gehouden.

Op motorisch vlak doet de nieuwe 1.8-turboviercilinder uit de Renault Mégane RS dienst, maar dan in een licht toegeknepen vorm. Hij houdt het hier namelijk bij 252 pk bij 6.000 o/m en 320 Nm, terwijl hij in de Mégane tot 390 Nm gaat. Daar is een goede reden voor: zijn versnellingsbak is de gerobotiseerde zevenbak met dubbele koppeling en niet de zesbak (uit de Mégane) die tot 390 Nm kan verteren. Dat komt omdat de zesversnellingsbak een reeks verstevigingen zou hebben vereist, die nog kilo’s zouden hebben toegevoegd aan het reeds hogere gewicht van die bak, met als eindresultaat een toename van 50 kilo. Daarom gaven de ingenieurs de voorkeur aan de lichtere zevenbak, maar ze hebben wel de spreiding van alle verhoudingen en de sturing herwerkt. Het lage gewicht van het geheel maakt dat dit verminderde vermogen geen struikelblok vormt, want de tweezitter sprint van 0 naar 100 km/h in 4,5 seconden en haalt een topsnelheid van 250 km/h. Dat alles gaat gepaard met een verbazingwekkend laag verbruik voor een sportieveling met een dergelijk karakter: 6,1 l/100 km of 138 g CO2/km. Tot slot merken we nog op dat de Alpine zijn ding doet zonder sperdifferentieel in de achteras. Daarmee worden kosten en kilo’s bespaard, maar omdat de antirolstangen relatief dun zijn, is zo’n voorziening ook minder noodzakelijk. Net zoals bij Lotus of, op een ander niveau, McLaren.

Hoe hij rijdt

Je stapt in deze A110 even gemakkelijk in als in een Porsche Cayman. In het interieur vind je trouwens een perfecte zithouding, zelfs al kunnen de extreem lichte (13,1 kilo per stuk) kuipstoelen niet worden versteld (behalve in de lengte). Het dashboard is vrij kaal en bovendien gevoelig beter afgewerkt en ontworpen dan dat van een Alfa Romeo 4C of een Lotus Elise. Een paar goedkope plastics verminderen het kwaliteitsgevoel een beetje, net zoals het paneel voor de klimaatregeling uit de Clio. En dat in een auto van 60.000 euro…

Wanneer je begint te rijden, toont de Alpine zich in de eerste plaats verbazingwekkend comfortabel. Dat is te danken aan de doortastende maar erg geleidelijke ophanging, met onder meer hydraulische aanslagpunten zoals in een racewagen. De A110 verleidt je onmiddellijk en bewijst al snel dat hij niets aan het toeval overlaat: hij is niet alleen bijzonder evenwichtig, maar ook zeer efficiënt. Hoewel de motor centraal achterin (overdwars) is ingeplant, lokt hij op de grens helemaal geen delicaat of levendig rijgedrag uit. In tegendeel, deze Alpine heeft het veilige gedrag dat we wat missen in een Alfa 4C of Lotus Elise en is toch levendiger dan een Cayman. De A110 is altijd een plezier, met een foutloos geijkt en informatief stuur (de motor zit op de stuurkolom) en remmen van Brembo die ruimschoots tegen hun taak zijn opgewassen.

De 1,8-liter is tegelijk gewillig en vol bij alle toerentallen terwijl hij knettert dat een lieve lust is in de rijmodi Sport en Track, die je van op het stuur selecteert. Zijn prestaties spreken ook in zijn voordeel, zelfs al vinden we hem net iets te lineair, zodat hij niet de explosieve sensaties kan bieden van bijvoorbeeld de Alfa 4C. De herwerkte EDC-versnellingsbak kwijt zich perfect van zijn taak. En als hij al eens aarzelt tussen twee verhoudingen in de automatische stand, dan kan je de controle overnemen via de bliksemsnelle manuele modus met de (iets te kleine) schakelhendels aan het stuur. Maar eerlijk waar: deze nieuwe A110 is bijzonder geslaagd.

Budget & uitrusting

Je moet niet meer proberen om nog een “Première Edition” aan 58.800 euro te bestellen, want alle 1.955 exemplaren daarvan zijn verkocht. Er komen nog twee andere versies, de Pure (radicaler en meer kaalgeplukt) en de Legend (wat chiquer), maar niet voor 2018. Maar het is niet omdat Alpine op zoek is gegaan naar een zo laag mogelijk gewicht dat je allerlei zaken moet missen. Zo heeft hij een klimaatregeling en een aanraakscherm dat je smartphone-scherm kan dupliceren (MySpin). Ok, stoelverwarming of andere zinloze accessoires moet je hier niet komen zoeken, en terwijl deze Alpine praktischer is dan een Elise, kan hij nog niet tippen aan een 718 Cayman met zijn grotere koffer en talrijke bergvakken die de Alpine moet missen.

Concurrentie

Veel rivalen heeft hij niet en we moeten hem vooral vergelijken met de Lotus Elise en de Alfa Romeo 4C. Maar gezien het veelzijdige karakter van de A110 (vooral zijn comfort) is ook de Porsche Cayman een concurrent, al kost die met een paar opties algauw flink wat meer geld.

Ons verdict

De Alpine A110 is een van de meest geslaagde sportwagens van de afgelopen jaren. Hij is namelijk bijzonder gul en homogeen en vormt op die manier een soort brug tussen de Spartaanse Lotus Elise en Alfa 4C enerzijds en de peperdure Porsche 718 Cayman anderzijds. Het lage gewicht, het levendige karakter en het compacte formaat maken dit pakket tot een meeslepende rijervaring, al kan het chassis gerust nog wat meer vermogen aan. Maar maak je geen zorgen, want bij Alpine staat er ongetwijfeld nog heel wat in de steigers.

In dit artikel : Alpine, Alpine A110

HEB JE NOG VRAGEN?
Stel ze op ons AutoForum

Naar AutoForum

Tests

Onze tests

Stockwagens

Stockwagens in de kijker

Tweedehands

Tweedehandswagens in de kijker