Hoewel hij er al bijna 40 jaar niet meer is – hij overleed op 16 december 1982 op 54-jarige leeftijd – had Anthony Colin Bruce Chapman best de ontwerper van de Eletre kunnen zijn. Het is de eerst elektrische hyper-SUV van Lotus, het merk dat Chapman in de nadagen van de Tweede Wereldoorlog creëerde. Want hoewel hij ook ondernemersbloed door zijn aderen stromen had, was Colin Chapman in de eerste plaats een geniale uitvinder, een ingenieur die alle heilige huisjes aanpakte, en zo het hele autolandschap ondersteboven gooide.
Tegelijk bleef hij ook altijd trouw aan zijn eigen principes. Hoewel Lotus nu zijn blik resoluut richting de toekomst richt, is het merk trots op zijn roots en zijn verleden. Er is dan ook een duidelijke link tussen de nieuwste creaties en de Lotus-modellen die door Colin Chapman werden bedacht. Bolides van vroeger en nu, die uiteindelijk toch dezelfde genen delen.
Op zoek naar prestaties
De Eletre werd in maart in Londen aan de wereld voorgesteld, en is de eerste van drie volledig elektrische modellen die in de loop van de volgende vier jaar mogen worden verwacht. Voor die modellen koestert Lotus grote verwachtingen. Door steeds weer te vernieuwen en een moderne visie aan de waarden en principes van de stichter van het merk te geven wil Lotus immers een nieuw hoofdstuk aan zijn reeds rijke geschiedenis toevoegen. De styling van de nieuwe Eletre ligt helemaal in de lijn van de recent voorgestelde Emira en Evija.
De nieuwe hyper-SUV van het Britse merk, dat nu onder Geely-vlag vaart, rust op het nieuwe en helemaal voor elektrische aandrijving ontworpen EPA-platform (Electric Premium Architecture). Het platform is bijzonder flexibel en polyvalent, want kan als basis voor heel wat verschillende modellen dienen, met verschillende batterijformaten, en verder ook een waaier aan motorisaties en intelligente rijtechnologieën. Datzelfde platform vinden we uiteraard ook terug bij de nieuwe generatie wagens die Lotus moet toelaten om een voor het merk ongezien verkoopvolume en rentabiliteit te behalen. In het kader van zijn in 2018 – het jaar van de 70steverjaardag van het merk – voorgestelde strategische plan Vision80, dat de doelen voor 2028 beschreef, kondigde Lotus voor de volgende jaren al de komst van een grote berline uit het E-segment en een SUV uit het D-segment aan.
Modellen die naast de sportwagens van het merk in de showroom zullen prijken en die het merk moeten toelaten om een bredere potentiële klantengroep aan te boren, maar met dezelfde ongebreidelde passie. De toekomstvisie van Lotus is dan ook even duidelijk afgelijnd als ambitieus. De nieuwe Eletre vormt slechts de eerste pagina van een nieuw hoofdstuk.
Op technisch vlak is de 800 V-architectuur van de Lotus Eletre is gekoppeld aan twee elektrische motoren, één op elke as, met geïntegreerde reductor en controller. Met een vermogen dat begint bij 600 pk, en oploopt tot boven de 900 pk voor meest krachtige versie, past de Eletre helemaal in het rijtje iconische Lotus-modellen. Met zijn vierwielaandrijving behoort de hyper-SUV van Lotus ook tot de ‘twee seconden-club’, voorbehouden aan wagens die het sprintje van 0 tot 100 km/u in minder dan drie seconden kunnen afleggen. Ook als het om het remvermogen van de Eletre gaat, kijkt Lotus niet op een inspanning: achter de 23-duimsvelgen schuilen remschijven uit composietmateriaal, voorzien van remklauwen met 10 zuigers.
Vernieuwende oplossingen
Zijn hele leven lang probeerde Colin Chapman met creatieve en vernieuwende oplossingen op de proppen te komen om zo de rijbeleving te verbeteren. De Brit was uniek in zijn pragmatisch denken om gewicht te besparen, en ook aerodynamisch werden nieuwe grenzen opgezocht. Chapman was een meester in het wegschaven van overtollige kilo’s op zijn wagens, en bedacht chassis die uitblonken door hun lage gewicht. Een principe dat is ingebakken in het Lotus-DNA, of het nu over de seriemodellen gaat, dan wel over de racebolides die het merk uit Hethel op alle F1-circuits ter wereld lieten schitteren.
Ondanks zijn indrukwekkende afmetingen – meer dan vijf meter lang, met een wielbasis van meer dan drie meter – geldt dat eigenlijk ook voor de Eletre, waar de naald van de weegschaal ook aandachtig in de gaten wordt gehouden. Door beroep te doen op aluminium en staal met hoge treksterkte beschikt het chassis over een optimale structurele stijfheid. Zowel in de wagen als aan de buitenkant wordt voor heel wat elementen koolstofvezel gebruikt. Ook de koetswerkonderdelen zijn in aluminium uitgevoerd. Op elke as zorgen de 3-in-1 elektrische modules, die bovendien bijzonder compact zijn uitgevoerd, er verder voor dat de auto dynamisch rijdt en licht aanvoelt. Zelfs bij het ontwerp van het interieur werd op het gewicht gelet: het dashboard werd met hele sobere en pure lijnen uitgewerkt en het materiaal voor de zetelbekleding is 50 procent lichter dan traditioneel leder.
Ziel behouden
Wendbaarheid stond al altijd hoog op het verlanglijstje van de Lotus-ingenieurs. De Elan, Europa, Esprit, Elise of Exige wisten met hun scherp en precies rijgedrag dan ook de liefhebbers van sportwagens te bekoren, net zoals de Emira dat nu ook nog doet. Om die Lotus-spirit te behouden - want met een Lotus rijden moet altijd plezierig zijn - en de wagen een rijgedrag te schenken die helemaal bij het rijke verleden van het merk past, beschikt de Eletre over een achterophanging met vijf armen per wiel. Bij de standaarduitrusting hoort ook een pneumatische ophanging en een CDC-systeem voor continue schokdempercontrole. De Eletre kan verder beschikken over een actieve rijhoogte, een aanpasbare sturende achteras, een actieve antirolstang en een aan het remsysteem gelinkte vectorisatie van het koppel.
Technologie die in de eerste plaats in dienst van de bestuurder staat, want die moet kunnen rekenen op een goede feedback van de stuurinrichting en op goede dynamische kwaliteiten die zijn inbreng aan het stuur versterken. Technologie die de geniale Colin Chapman allicht ook had weten te appreciëren, want hij was zelf op heel wat vlakken een ware voorloper. Op het gebied van de aerodynamica bijvoorbeeld, of bij bolides met het zogenaamde ‘ground effect’ of ook bij het bouwen van de eerste monocoques. Innovatieve oplossingen die er voor zorgden dat Lotus wereldwijd sportieve successen boekte, niet alleen in de sportwagenracerij, maar ook – en vooral – in de Formule 1.
Wie kan ooit de iconische Lotus 25 van Jim Clark of de revolutionaire Lotus 72 vergeten? Of de spectaculaire Lotus 95T van Nigel Mansell? De 97T of 99T van Ayrton Senna? Wagens uit het moderne F1-tijdperk, die evenzeer trouw bleven aan de principes van de stichter van het merk. Vijf rijders veroverden aan het stuur van een Lotus de wereldtitel: Jim Clark in 1963 en 1965, Graham Hill in 1968, Jochen Rindt (postuum) in 1970, Emerson Fittipaldi in 1972 en Mario Andretti in 1978. Ook Ayrton Senna boekte zijn eerste F1-zege met een Lotus, op 21 april 1985 op het circuit van Estoril. De toen 25-jarige Braziliaan won zijn eerste Grand Prix bij wat amper zijn tweede race in de Lotus-kleuren was. In het lijstje van meest succesvolle constructeurs in de Formule 1 prijkt Lotus nog altijd op een vijfde plaats, met niet minder dan zeven wereldtitels bij de constructeurs.
Intelligente interface
Technologische vernieuwingen stonden bij de creaties van Colin Chapman altijd centraal, ook als het om seriemodellen ging. Met hun chassis met centrale balk, hun koetswerk in glasvezel of motor met bovenliggende nokkenas hebben de Lotus-wagens op het gebied van innovatie altijd voorop gelopen. De meeste recente creatie van Lotus volgt die traditie helemaal. Ook binnenin de nieuwe Eletre is technologie alom aanwezig. Er is uiteraard mogelijkheid tot 5G-verbinding, maar in landen waar zo een snufje is toegelaten is het ook mogelijk om de traditionele achteruitkijkspiegels te vervangen door beeldschermen. Die doen beroep op drie camera’s: één om achteruit te kijken, een tweede die een panoramische 360°-beeld verstrekt en een derde die bestemd is voor intelligente rijtechnologie.
Ook het infotainmentsysteem zorgt voor een nieuwe norm in de wereld van de automobiel, dankzij een interface die beroep doet op dunne digitale schermen voor bestuurder en passagier, maar ook een 15,1-duims OLED touchscreen dat wordt plat gelegd als het niet wordt gebruikt. Standaard beschikt de Lotus Eletre ook over een head-up display, mét aangevulde realiteit. Voor de Eletre is Lotus evenwel niet in de ‘alles op een scherm’-val getrapt, want voor sommige essentiële functies zijn er ook nog steeds analoge bedieningsknoppen aanwezig. De bij Lotus altijd aanwezige eenvoud wordt dus ook hier gevrijwaard.
Wereldwijde roots
De Eletre illustreert niet alleen het lef en de evolutie van het merk, ze staat ook centraal in de nieuwe ontwikkelingsstrategie die Lotus en de Geely groep voor ogen hebben, om zo van het iconische Britse merk een wereldspeler te maken. Het doel van Lotus is immers om in 2028 zowat 100.000 auto’s per jaar te verkopen. Ambitieuze plannen, dat valt niet te ontkennen. Om die te verwezenlijken wordt – naast die in het Verenigd Koninkrijk – hard gewerkt aan een sterkere aanwezigheid op drie immense afzetmarkten, naast de UK: die van de Verenigde Staten, Europa en China.
Deze eerste vijfdeurs Lotus is ook de meest geconnecteerde Lotus ooit gebouwd. Hoewel het genetisch erfgoed van het merk nog duidelijk aanwezig is, richt de Eletre zich op een nieuw publiek. Een publiek dat op zoek is naar een auto die ontworpen is met de bestuurder in het achterhoofd, maar op de markt van de traditionele sportieve wagens geen model vindt dat bij hun actieve leven past, zeker op het vlak van de autonomie. Op dat vlak belooft Lotus met de 100 kWh-batterij een WLTP-actieradius van zowat 600 kilometer. Via een 350 kW laadpaal kan in amper 20 minuten zowat 400 km autonomie worden ‘bijgetankt’. De geïntegreerde lader is ook aangepast voor een 22 kW wisselstroom oplaadbeurt.
De Lotus Eletre is door zijn roots ook een ware ‘mondiale’ auto. Het designerteam werd geleid vanuit het Verenigd Koninkrijk, met cellen in China en Duitsland. Het design, zowel van het koetswerk als het interieur, is het geesteskind van een internationaal team ontwerpers bij Lotus Tech Creative Centre (LTCC). Dit in het Engelse Warwickshire gevestigde designcentrum heeft een nauwe band met de ontwerpstudio in Hethel, de historische geboorteplek van het merk in Norfolk. Het in het Duitse Raunheim gevestigde
Lotus Tech Innovation Centre (LTIC) is dan weer één van de centrale elementen van Lotus in Europa, en zorgt onder andere ook voor het verwerken van de componenten, en tevens de certificering en homologatie. Het LTIC doet ook cruciaal ontwikkelingswerk.
BLIJF OP DE HOOGTE VAN HET LAATSTE AUTONIEUWS!
Nieuwe modellen, tests, advies, exclusieve evenementen! Het is gratis!
Nieuws
