Eerste test / Audi S8

De jongste twintig jaar heeft de clan van de sportieve berlines – de luxevarianten in- begrepen – zich uitvoerig bediend van extra cilinders om zware vermogenswinsten te behalen. Van een zescilinder ging het naar een achtcilinder, om dan recent te pieken bij maar liefst tien cilinders. Die laatste configuratie was het voorrecht van het duo BMW M5/M6, maar ook van de S8 en de superieure RS6, die bovendien een beroep deed op twee turbo’s, alsof een ‘gewone’ V10 nog niet goed genoeg was. Maar die tijden zijn voorbij. De economische crisis, de steeds strengere CO2-normen en vooral de torenhoge benzineprijzen betekenden het einde van die vlucht naar voren. Voortaan moeten we het stellen met kleinere en vooral minder dorstige motoren, zelfs bij de topberlines. De feiten liegen er niet om: AMG verlaagt gestaag de cilinderinhoud van zijn achtcilinder en de BMW M5 is overgestapt op een V8 met dubbele turbo, net zoals de nieuwe Audi S8. Een stap terug? Niet echt.