Innovatie / Bentley: proeven met biobrandstof en geothermie

Een Bentley Flying Spur Hybrid legde in één ruk 733 km af op IJslandse wegen, waarbij de koolstofvoetafdruk van bron tot wiel met 45% werd verminderd. Dat is het resultaat dat de fabrikant in Crewe heeft bekendgemaakt. Om dat te bereiken reed de luxelimousine op hernieuwbare synthetische brandstof. Deze biobrandstof van de tweede generatie wordt geproduceerd met biomassa uit stroafval en elektriciteit uit geothermische energie. Deze wordt in IJsland verdeeld zonder de landbouw voor voedsel en het natuurlijke ecosysteem aan te tasten.

Geen raketwetenschap

Deze biobrandstof voldoet aan dezelfde EN228-norm als gewone benzine en is ontwikkeld door de Britse raffinaderij Coryton. Het productieproces begint met de afbraak van biomassa-afval door gisting. Het resultaat van deze reactie is het ontstaan van ethanol. Dehydratie van de ethanol zet het om in ethyleen. Dit kan vervolgens worden omgezet in benzine door het proces van oligomerisatie, waarbij korte koolwaterstofmoleculen aan elkaar worden gekoppeld tot langere moleculen met een hogere energiedichtheid.

Ecorijden

De Bentley Flying Spur Hybrid combineert een 2.9-V6 op benzine met een elektromotor voor een totaal vermogen en koppel van 544 pk en 750 Nm. Als je tankt bij een gewone benzinepomp, bedraagt de officiële actieradius 700 km. Door zuinig te rijden en de hybride interactie te optimaliseren, konden de Bentley-teams een reis van 733 km maken door het wilde en prachtige landschap van IJsland, een land dat 100% hernieuwbare elektriciteit gebruikt (75% waterkracht en 25% geothermisch).