Juridisch / Rechters moeten naar gecorrigeerde snelheid kijken

De meeste politierechtbanken baseren zich voor hun oordeel bij een snelheidsovertreding op de gecorrigeerde snelheid van de flitsinstallatie en niet op de gemeten snelheid. Sommige rechters gaven er echter toch de voorkeur aan om naar die laatste te kijken bij het toekennen van een straf, waardoor ze strenger konden zijn. Een automobilist die zo volgens de gemeten snelheid is veroordeeld, heeft beroep aangetekend bij het Hof van Cassatie en kreeg gelijk. Het oordeel van de politierechtbank tegen hem was gebaseerd op de gemeten snelheid van 93 km/h in de bebouwde kom, terwijl de gecorrigeerde snelheid 87 km/h was. Het vonnis van het Hof van Cassatie over zijn beroep geeft aan dat politierechtbanken enkel rekening mogen houden met de gecorrigeerde snelheid gezien de foutenmarge van de flitstoestellen, zo melden Het Laatste Nieuws en De Morgen. Daardoor zijn alle rechters in ons land verplicht om die richtlijn te volgen. Dit verschil van 6 km/h of 6 procent kan gevolgen hebben voor de straf. Ze kan bepalend zijn voor de duur van de eventuele intrekking van het rijbewijs of het boetebedrag. Die hangen namelijk af van de situatie en van het aantal km/h dat een overtreder boven de limiet zat toen hij werd betrapt.