Detailtests / 2023 Renault Espace E-Tech Full Hybrid (Esprit Alpine)

Renault claimt dat in stadsverkeer de elektromotor 80 procent van de verplaatsingen voor zijn rekening neemt. Waarmee de Fransen eigenlijk zelf al aangeven waar de focus ligt. En dat is belangrijk om in het achterhoofd te houden. Want hoewel de technologie ontsproten is aan de Formule 1, ligt een sportieve (lees: agressieve) rijstijl deze hybride-installatie niet echt. Vooral bij plots hernemen wil het systeem zich weleens verslikken in de verschillende combinaties. Alsof de elektronische sturing keuzestress ervaart, met als gevolg een langere pauze dan je mag verwachten wanneer je het gaspedaal dieper induwt.

Wie het dynamisch wil houden, moet dan ook de Eco en Comfort-programma’s laten voor wat ze zijn, en opteren voor de Sport-setting van de Multi-Sense. Of een meer op prestaties gerichte afstelling beitelen in de Perso-modus. Let wel, daarmee stel je uitsluitend de gevoeligheid van de gasrespons wat scherper in – samen met de elektrische stuurbekrachtiging en de wendbaarheid van de vierwielsturing (in de Iconic- en Esprit Alpine-uitvoeringen) – maar aan de werking van de hybride-aandrijving verandert die keuze in se niets.

Ronderecords

We gaan er geen halszaak van maken – van een gezinsgerichte auto als deze verwachten we nu eenmaal geen ronde­records – maar het is wel jammer, aan­gezien Renault zich de nodige moeite heeft getroost om zijn Espace een aangenaam onderstel aan te meten. We kijken daarbij in de eerste plaats naar de afstelling van de MacPhersons vooraan en meerarmige as achteraan (inderdaad, de ophanging waarvan ook de Austral zich bedient).

Die hebben hier in vergelijking met de vorige Espace een niet alleen compactere, maar evenzeer 215 kilo lichtere koets vlot te houden (weliswaar vergeleken met de zwaarste zevenzitsdiesel die Renault voorheen in het aanbod had). De afstelling van de veer­poten is – net als bij de Austral – vrij stug, wat maakt dat je de Espace best een aardig tempo kunt opleggen (zolang je daarbij dus niet te veel wisselt tussen gedeeltelijke en volledig belasting).

4Control Advanced

De vierwielsturing 4Control Advanced doet ook haar duit in het zakje, zij het minder dan je zou vermoeden. De achterwielen sturen namelijk slechts 1 graad mee, waardoor de invloed op de stabiliteit bij hoge snelheden nogal beperkt is. De meerwaarde etaleert zich dan ook vooral in de stad, waar de achterste wielen tot 5 graden kunnen tegensturen. Met een draaicirkel van 10,4 in plaats van 11,6 meter vroeger keert de Espace nu even makkelijk als een Clio. Ondanks dus de wielbasis van 2,74 meter. Daarvoor alleen zouden we de meerprijs van het Esprit Alpine- of Iconic-niveau ophoesten (de Techno blijft altijd verstoken van die 4Control).

Opgepast wel, met die meesturende achteras reageert het stuur zeer kwiek en direct. Een iets te enthousiaste draai aan de hoepel kan je dan ook pardoes in de berm doen belanden.

We hadden graag even lovend geweest over het comfort, maar jammer genoeg haalt de Espace daar niet het niveau waarop (vooral) generatie vier en (in mindere mate) generatie vijf nog trakteerden. De extra stijfheid van de veerpoten staat de kenmerkende souplesse in de weg, waardoor wegoneffenheden een pak nadrukkelijker voelbaar zijn. Niet dat het ooit problematisch wordt – met de twintigduimers van onze testauto in het achterhoofd is de filtering zelfs van een hoog niveau – maar om net als zijn voorgangers gecatalogeerd te kunnen worden als grande routière mist deze Espace de bijkomende steun van bijvoorbeeld een stel actieve schokdempers. Ook dat vinden we een gemiste kans ­gezien de puike isolatie van het interieur en de motorbaai. Het doet de schokken van de ophanging alleen maar harder binnenkomen.