Test Peugeot 307 1.6 HDi

Terwijl Honda van Civic verandert zoals van hemd, houdt Peugeot het bij een opfrisbeurt voor de neus van zijn 307, die dus nog maar aan de helft van zijn carrière zit, hoewel beide auto's op hetzelfde moment werden gelanceerd. Daarbij doet de 307 een erg goede zaak door zijn eerbiedwaardige tweeliter-HDi met 90 pk met gietijzeren blok, cilinderkop met één bovenliggende nokkenas, twee kleppen per cilinder en zonder intercooler om te wisselen voor een kleine 1.6, die volledig van aluminium is en zestien kleppen, een common rail van de tweede generatie en een lucht-luchtwisselaar heeft. Hij werd niet verrassend veel zuiniger, maar met zijn modernere en lichtere krachtbron boekt hij wel vooruitgang. Zowel op economisch als op ecologisch vlak (al blijft het onbegrijpelijk dat een partikelfilter niet verkrijgbaar is) en qua rijplezier. Verder veranderde niets op mechanisch vlak, want alles was eigenlijk in orde. Het koetswerk werd wel enigszins aangepast aan de stijl van de nieuwe 407, al zie je dat enkel frontaal. Bovendien werd het interieur verrijkt met nieuwe uitrustingselementen. Een mooie basis voor een succesrijke tweede carrièrestart.