Zich aanmelden
Wachtwoord vergeten?
×Nog geen account?
SCHRIJF JE GRATIS IN.
Prijs | CO2 | |
---|---|---|
Elektrisch | 36500 - 36500€ | 0 - 0 g/km (WLTP) |
Benzine | 29250 - 39800€ | 124 - 157 g/km (WLTP) |
Mini 3d.
Nadat de derde generatie van de ‘New Mini’ al een eerste, subtiele update kreeg in 2018, ging de kleine Brit begin 2021 een tweede keer onder het mes. De hele voorpartij werd daarbij hertekend, terwijl de Union Jack-achterlichten voortaan standaard zijn. Hoewel de Mini intussen niet meer zo ‘mini’ is, blijven de achterste zitplaatsen krap en moeilijk bereikbaar. Om daaraan een mouw te passen is er de vijfdeurs: die is maar liefst 16,1 centimeter langer, terwijl zijn wielbasis 7,2 centimeter meer meet. Die extra centimeters komen de zitruimte achterin ten goede, maar omdat de twee achterdeuren vrij klein zijn uitgevallen, is achterin instappen nog altijd geen sinecure. Ook de koffer is groter bij de vijfdeurs: 278 liter, tegenover een krappe 211 liter voor de driedeurs. In vergelijking met eerdere generaties boekte de huidige Mini de grootste vooruitgang op het gebied van comfort. De ophanging is nu veel vergevingsgezinder en ook de geluiddemping is sterk verbeterd. Die gunstige evolutie heeft geen negatieve invloed op het weggedrag. Integendeel, de Mini zet nog altijd de toon qua rijdynamiek: de stuurinrichting voelt snedig aan en de wegligging is onderhoudend, veilig en voorspelbaar. Naast de elektrische versie telt het gamma enkel nog benzines, met vermogens van 102 tot 231 pk. De Mini is stilaan volwassen geworden. In vergelijking met zijn voorgangers is de huidige generatie ruimer, comfortabeler en mooier afgewerkt. Toch heeft hij zijn kwajongenskantje behouden, want zijn legendarische rijplezier bleef bewaard. Helaas behield hij ook zijn stevige prijskaartje.
Prijs | CO2 | |
---|---|---|
Benzine | 30050 - 34350€ | 126 - 146 g/km (WLTP) |
Mini 5d.
Nadat de derde generatie van de ‘New Mini’ al een eerste, subtiele update kreeg in 2018, ging de kleine Brit begin 2021 een tweede keer onder het mes. De hele voorpartij werd daarbij hertekend, terwijl de Union Jack-achterlichten voortaan standaard zijn. Hoewel de Mini intussen niet meer zo ‘mini’ is, blijven de achterste zitplaatsen krap en moeilijk bereikbaar. Om daaraan een mouw te passen is er de vijfdeurs: die is maar liefst 16,1 centimeter langer, terwijl zijn wielbasis 7,2 centimeter meer meet. Die extra centimeters komen de zitruimte achterin ten goede, maar omdat de twee achterdeuren vrij klein zijn uitgevallen, is achterin instappen nog altijd geen sinecure. Ook de koffer is groter bij de vijfdeurs: 278 liter, tegenover een krappe 211 liter voor de driedeurs. In vergelijking met eerdere generaties boekte de huidige Mini de grootste vooruitgang op het gebied van comfort. De ophanging is nu veel vergevingsgezinder en ook de geluiddemping is sterk verbeterd. Die gunstige evolutie heeft geen negatieve invloed op het weggedrag. Integendeel, de Mini zet nog altijd de toon qua rijdynamiek: de stuurinrichting voelt snedig aan en de wegligging is onderhoudend, veilig en voorspelbaar. Naast de elektrische versie telt het gamma enkel nog benzines, met vermogens van 102 tot 231 pk. De Mini is stilaan volwassen geworden. In vergelijking met zijn voorgangers is de huidige generatie ruimer, comfortabeler en mooier afgewerkt. Toch heeft hij zijn kwajongenskantje behouden, want zijn legendarische rijplezier bleef bewaard. Helaas behield hij ook zijn stevige prijskaartje.
Prijs | CO2 | |
---|---|---|
Benzine | 34050 - 44600€ | 135 - 162 g/km (WLTP) |
Mini Cabrio
Net als de Mini driedeurs is de Cabrio, die begin 2016 op de markt kwam, in alle richtingen gegroeid. Die groeischeut kwam de binnenruimte ten goede, al zitten de achterpassagiers nog altijd vrij krap. De kap laat zich ook deze keer weer helemaal wegvouwen of slechts gedeeltelijk openschuiven, zodat je een open dak én een cabrio in één hebt. Volledig opgevouwen ligt de kap boven op het koetswerk, wat het zicht naar achteren danig beperkt. In gesloten toestand valt dan weer op dat de kap wel een extra laagje geluiddempend materiaal zou kunnen gebruiken. Uiteraard zijn de personaliseringsmogelijkheden bijzonder uitgebreid, zowel voor het koetswerk als voor het interieur. Voor het modeljaar 2021 kreeg de Cabrio opnieuw een facelift. De grootste veranderingen zijn deze keer de komst van een digitale tellerpartij, een actieve ophanging en een adaptieve cruisecontrol met stop-and-go-functie. Aan de motoren veranderde dan weer niets. De pittige driecilinder in de One is nog altijd 1,5 liter groot en levert 102 pk; de Cooper puurt 136 pk uit hetzelfde geheel. De Cooper S heeft recht op een 2-liter-viercilinder met 178 pk, die enkel nog wordt overtroefd door de John Cooper Works met 231 pk. De diesels zijn sinds 2020 uit het aanbod verdwenen. De Mini Cabrio is gelukkig helemaal trouw gebleven aan zijn filosofie. Rijplezier en een trendy karakter zijn dus nog altijd zijn belangrijkste troeven. De JCW doet daar nog indrukwekkende prestaties bovenop.
Prijs | CO2 | |
---|---|---|
Benzine | 34450 - 50000€ | 136 - 180 g/km (WLTP) |
Mini Clubman
Voor de tweede generatie van de Clubman, die in 2016 werd gelanceerd en voor 2020 een subtiele update kreeg, gooide Mini het over een minder excentrieke boeg. Daardoor sneuvelde de typische ‘club door’ en zijn er nu vier volwaardige portieren. Wél gebleven zijn de twee kofferdeurtjes, een keuze die onvermijdelijk het zicht naar achteren aantast, maar anderzijds wel bijdraagt tot het originele karakter van de Clubman. Met een lengte van 4,25 meter is dit een volwaardige middenklasser te noemen, met voldoende binnenruimte voor een jong gezin. Gezien die roeping koos Mini voor een vrij soepele ophanging, maar toch stuurt de Clubman voldoende snedig. Onder de motorkap is keuze uit zeven drukgevoede krachtbronnen, met driecilinders als instapversies. Voor dieselrijders begint het aanbod bij een 1.5-driepitter in de One D (116 pk), terwijl de krachtiger 2-literviercilinder de Cooper D (150 pk) en Cooper SD (190 pk) aandrijft. De 1,5-liter op benzine levert 102 pk in de One en 150 pk in de Cooper. Meer pit verzekert de 2-literviercilinder van 163 of 178 pk in de Cooper S. Maar de ultieme variant is de 306 pk sterke John Cooper Works All4, met vierwielaandrijving en achttrapsautomaat – twee dingen die optioneel ook op de Cooper S-versies leverbaar zijn. Mini’s ‘fancy’ break werpt zich op als een origineel alternatief voor de compacte premiummiddenklassers. De 1.5-driecilinders op benzine of diesel zijn zeker valabele opties, maar als het hart mag spreken, kiezen we toch voor de potente en sportieve John Cooper Works.