Vergelijkende test / Rolls Royce Phantom & Rolls Royce Ghost : Broederstrijd aan de top

Sinds het Britse Rolls-Royce onder Duitse BMW-voogdij kwam, waait er een nieuwe wind bij de legendarische autobouwer, zoveel is duidelijk. Op het eerste gezicht zijn de nieuwe bazen erin geslaagd het delicate evenwicht te hervinden tussen traditie en moderniteit. Een ander probleem was echter dat, zelfs met drie modellen in het hoogste marktsegment (de Phantom limousine, Coupé en Drophead Coupé), onvoldoende exemplaren werden geproduceerd om de luxedochter op termijn echt rendabel te maken of te houden. Zelfs Rolls-Royce moest dus op zoek naar een uitbreiding van zijn portfolio en die bevond zich onvermijdelijk in de lagere regionen.

Nu kun je van een merk als Rolls-Royce moeilijk verwachten dat ze een middenklasser gaan bouwen, en dus gingen ze in Goodwood (en München) op zoek naar een andere niche buiten het absolute topsegment waar het toch nog goed toeven is en waar de concurrentie niet te dik loopt. Die vonden ze in het segment van de 250.000 tot 350.000 euro kostende limousines, waarin sindsdien slechts één andere auto zijn opwachting heeft gemaakt: de Bentley Mulsanne, hoewel je erover kunt discussiëren of dit nu een (duurdere) concurrent is voor de kleinere Ghost of een (minder dure) concurrent voor de grotere Phantom. Bij Bentley zijn ze alvast geneigd voor de tweede optie te kiezen en schuiven ze eerder de Continental Flying Spur als Ghost-rivaal naar voren.

Van bij het begin werd de nieuwe, kleinere Rolls-Royce oneerbiedig ‘baby-Rolls’ genoemd, ietwat ongepast als je weet dat de auto toch nog 5,40 meter lang is, en de traditionalisten vreesden al gauw dat de Ghost, om kosten te besparen en synergieën te benutten, te veel een doorslag zou zijn van de nieuwe BMW 760i. In onze gedetailleerde wegtest van de Ghost in AG 803 deze zomer hebben we dat moeten weerleggen: de Ghost heeft wel degelijk een eigen persoonlijkheid, gebruikt BMW-techniek waar ze noodzakelijk of nuttig kan zijn, maar blijft een Rolls in hart en... nieren. Wat ons bij de hamvraag brengt: waarom zou een mens (ook al is hij zeer gefortuneerd) toch nog minstens 150.000 euro meer uitgeven voor een Phantom? Het antwoord hopen we u hierna te kunnen geven, na een trip met beide toplimousines naar het noorden van Italië en terug.