Terug naar "Slimmer rijden"

De wegcode in Zweden

Geschreven door Olivier Duquesne op 15-04-2018

Ontdek de belangrijkste informatie over rijden in Zweden.

De essentie

Rechts rijden.
Kruislichten dag en nacht verplicht.
Veiligheidsgordels voor- en achterin verplicht.
Snelheidslimieten: [30] – 50 – 70 – 90 – 110 (zie detaillering hieronder).
Toegelaten alcoholgehalte in het bloed: 0,02 procent.
Dichtheid van het wegennet: 0,34 km/km².
Verkeersinfo: Trafiken.nu en Trafikverket
Tol voor bruggen en stadstol (Göteborg en Stockholm).

Uitrusting en documenten

Verplicht

Gevarendriehoek
Europese parkeerschijf (moet rechts worden geplaatst)
Dimlichten dag en nacht aan
Winterbanden (minimumdiepte 3 mm) van 1 december tot 31 maart en in geval van ijzel, sneeuw, smeltsneeuw, ijs- of rijmplekken
Identificatie van het land van oorsprong achterop het voertuig (tenzij opgenomen in nummerplaat)
Verzekerings- en inschrijvingsbewijs
Europees of internationaal rijbewijs
Attest voor het gebruik van het voertuig van een derde

Aangeraden

Fluo hesje voor elke inzittende
Eerstehulpkit
Europees aanrijdingsformulier
Spijkerbanden toegelaten van 1 oktober tot 15 april op gladde wegen (tenzij anders vermeld)
Sneeuwschop (in de winter)
IJskrabber (in de winter)
Zaklamp (in de winter)
Sleepkabel
Startkabels
Brandblusser
Reservewiel
Reservelampjes (halogeen)

Terug ↗

Sneleidsbeperkingen in Zweden

Type weg	Toegelaten snelheid	Verkeersbord	Opmerkingen
Snelweg	110 km/u		120 km/u op sommige stukken
Buiten bebouwde kom	70 km/u		90 km/u op sommige stukken
Bebouwde kom	50 km/u
Zone 30	30 km/u		Aanbevolen snelheid, maar in de praktijk is het moeilijk sneller te rijden in deze zones
Woonerf	***		Stapvoets rijden (ongeveer 10 km/u).

Snelheidsbeperkingen buiten de regelmatige voorschriften zijn van kracht tot aan het volgende kruispunt

Terug ↗

Parkeerregels in Zweden

Bijna altijd gereglementeerd. Om problemen te vermijden, kies je dus beter voor parkings of op het wegdek aangegeven parkeerplaatsen.
Het is verboden sleutels achter te laten in een geparkeerde auto.
Op een helling moet je altijd met je wielen naar de stoeprand parkeren om te voorkomen dat het voertuig op de rijweg terechtkomt wanneer de parkeerrem het laat afweten.
Op een openbare parking mag je maximaal 24 uur parkeren, behalve op zaterdag, zondag en feestdagen.
Parkeren geeglementeerd volgens aanwijzigingen op extra bord. De aangegeven uren in zwart of wit gelden van maandag tot vrijdag, die tussen haakjes op zaterdag (of de avond voor een feestdag) en die in het rood op zon- en feestdagen.
Parkeren gereglementeerd volgens parkeerschijf (P-skiva): de toegelaten duur (x tim) is aangegeven op een bord. Je moet het aankomstuur zo nauwkeurig mogelijk weergeven op de Europese parkeerschijf.
In een zone met betalend parkeren ("P-biljett") worden de regels bepaald door de signalisatie en de indicatie op de parkeermeter of betaalterminal. Over het algemeen moet je je nummerplaat invoeren alvorens je een ticket krijgt.
Verboden te parkeren indien je het zicht op een verkeersbord belemmert.
Verboden te parkeren en stil te staan langs een volle of onderbroken gele lijn.
Verboden te parkeren en stil te staan op minder dan 10 m voor een oversteekplaats voor voetgangers of fietsers.
Verboden te parkeren en stil te staan op minder dan 10 m voor een kruispunt.
Verboden stil te staan op een spoorwegovergang (verkeersbord M).
Verboden te parkeren op een busstrook.
Verboden stil te staan op 20 m voor en 5 m na een bushalte.
Verboden stil te staan op minder dan 30 m van een spoorwegovergang of dwarsende tramsporen.
Verboden te parkeren en stil te staan op sporen.
Verboden stil te staan op een fietspad.
Verboden om zonder technische reden je motor te laten draaien wanneer je stilstaat.
Wanneer je een ondergrondse parking uitrijdt, moet je vaak tot tegen de poort rijden, waarna die automatisch opengaat. De vermelding "Kör närmare så öppnas porten" herinnert daar soms aan.

Terug ↗

Opgelet: deze pagina is nog in opbouw, u vindt er al de essentiële informatie. Kom regelmatig eens terugkijken om hem aangevuld te zien worden.

Op de snelweg is het gebruikelijk om de toegang te verlenen aan zij die oprijden. Uit beleefdheid wordt er plaats gelaten door van rijstrook te wisselen, of als dat niet lukt, door te vertragen.