Juridisch / Car-Pass op Europese schaal

Dankzij de Car-Pass en zijn wettelijk verplichte karakter is het aantal fraudegevallen met kilometertellers gedaald van 60.000 in 2006 naar 1.400 in 2009 (0,2 procent van de markt). In ons land is aan deze praktijk dus paal en perk gesteld. Volgens de vzw die de Car-Pass beheert, heeft de Belgische consument zo in totaal 120 miljoen euro uitespaard (verschil tussen de aankoopprijs en de herstelkosten). De Belgische tweedehandsmarkt is dus beschermd, temeer omdat Car-Pass relatief goedkoop is en omdat de wetgeving elke professionele instantie uit de autosector verplicht om bij elke handeling de kilometerstand en het chassisnummer door te geven. Dat moet zelfs bij een eenvoudige bandenwissel of takelbeurt. Helaas glippen de 30.000 tot 40.000 auto's die elk jaar in ons land worden ingevoerd nog door de mazen van het net.

Daarom heeft de efficiënte van de Car-Pass het perverse neveneffect dat ons land geïsoleerd geraakt. Buiten een niet-verplicht systeem in Nederland volgt geen enkel land ons voorbeeld. Nochtans zou een invoering op Europese schaal een niet-verwaarloosbaar effect hebben op de economie. In Europa wordt de teller bij fraude gemiddeld zo'n 80.000 kilometer teruggedraaid, waardoor de tweedehandswaarde stijgt. Wie in de val trapt, wordt bovendien vaak nog een tweede keer slachtoffer wanneer de onvermijdelijke pannes de kop opsteken die aan de hoge leeftijd van de auto te wijten zijn. Volgens de vzw Car-Pass kost het gesjoemel met de kilometertellers in onze vier buurlanden (Duitsland, Frankrijk, Luxemburg en Nederland) elk jaar gemiddeld tussen 1,4 en 2,8 miljard euro. Als we dat naar de hele Unie extrapoleren, komt dat neer op een verlies van 5,6 tot 9,6 miljard euro.

Belgisch Minister van Financiën Vincent Van Quickenborne wil op 18 november tijdens de CARS 2010-conferentie in Brussel proberen om de Europese Commissie ervan te overtuigen dat een geharmoniseerd systeem voor heel Europa zich opdringt. De minister zal het probleem ook voorleggen aan de Concurrentieraad. Hij krijgt daarbij de steun van de Luxemburgse Europarlementariër Frank Engel, die de kilometerfraude als "een groot probleem voor de interne markt" beschouwt. Toch lijkt het geen gemakkelijke opgave te worden, want sommige professionele tweedehandsinvoerders vinden dat "tellerfraude noodzakelijk is om de vraag en het aanbod op elkaar af te stemmen" en ook "om winst te kunnen maken". Bovendien is deze techniek behoorlijk gebruikelijk op internationaal niveau en gemakkelijk op poten te zetten, aangezien overal op het internet duidelijke handleidingen te vinden zijn.