Ontcijferd / Youngtimers: 10 Gouden Tips

1. Beslis niet te snel

Het is een tip waartegen we zelf al gezondigd hebben, maar beheers u wanneer u voor het eerst die zescilinder van uw dromen hoort starten. Dat is het moment waarop u uw oren open, maar vooral uw mond dicht moet houden. Neem altijd iemand mee wanneer u naar een auto gaat kijken, al was het maar om u in te tomen. Beslis niet meteen, keer nog eens terug, keer de auto van uw dromen helemaal binnenstebuiten. En begin dan pas over de prijs...

2. Neem alleen genoegen met het beste

Van die droomauto uit uw jeugd zijn er doorgaans duizenden gemaakt… tienduizenden zelfs. Neem uw tijd om verschillende auto’s te bekijken, informeer u op voorhand over de zwakke punten van het model van uw dromen en vergelijk. Dit is uw droom, neem daarom alleen met het allerbeste genoegen. Vergelijken is daarbij een noodzaak. Bij youngtimers lijkt de kilometerstand minder zwaar door te wegen: de motoren zijn solider, de mechaniek is beter. Een echte liefhebber kan een volledig dossier van de auto voorleggen, met een historiek van de aankoopfactuur tot het bonnetje van de laatste tankbeurt.

3. De prijs is een vraagprijs

Wat is de juiste prijs? Moeilijk te zeggen, maar ga ervan uit dat elke prijs een vraagprijs is en dat de uiteindelijk verkoopprijs meestal een stuk lager ligt. Leg voor uzelf een prijs vast die uw droom mag kosten, en wijk daar niet van af. Vergelijk de gemiddelde vraagprijzen op de zoekertjessites en onderhandel. Sommige vraagprijzen van handelaars lijken wel érg ver van de realiteit te staan, al moet u natuurlijk altijd rekening houden met gemaakte kosten voor restauraties en motorrevisies.

4. 1988, het cruciale jaar

Het heeft in Vlaanderen weinig zin om u nog vast te pinnen op de leeftijd van 25 jaar: nog dit jaar wordt de leeftijd om een O-plaat aan te vragen opgetrokken naar 30 jaar. In Wallonië is die regeling belastingtechnisch al doorgevoerd, waardoor sommige auto’s die wel een O-plaat hebben, maar nog geen 30 jaar oud zijn, nu de volle pot aan inschrijvingstaks en verkeersbelasting betalen. In Vlaanderen is er een overgangsregeling uitgewerkt voor BIV en rijtaks, waarbij tussen nu en 2022 als datum van eerste inschrijving 31 december 1992 cruciaal wordt. Heel simpel gesteld: tussen nu en 2022 heeft een BMW 325i van 31/12/1992 en ouder wél nog recht op het forfaitaire belastingtarief, maar betaal je het volle pond voor een 325i van 01/01/1993 en jonger. Deze regeling geldt tot 2022, het moment waarop de auto van 1992 30 jaar is. De enige auto’s waarover geen discussie meer bestaat, hebben inschrijvingsjaar 1988 en ouder.

5. Als hij toen te duur was, is hij dat nu ook nog

Een gouden raad die we ooit oppikten bij de Britse journalist en ‘car guy’ Colin Goodwin: als de auto toen te duur voor je was, dan is hij dat vast vandaag ook. Een wijsheid waarmee we zelf al verschillende keren geconfronteerd werden... Het probleem is: je staart je blind op de aankoopprijs. Neem nu een BMW 850i uit 1992. Daarmee haal je vandaag een echte V12-BMW in huis voor 14.000 tot 20.000 euro. Peanuts. Maar je merkt pas echt dat dit ‘rijke-mensenauto’s’ zijn op het moment dat er onderdelen vervangen moeten worden. Er bestaat niet zoiets als een goedkope V12, of een Motorsport-differentieel voor een prikje.

6. Doe het niet voor het geld

Er bestaat geen garantie op succes in de oldtimerwereld. Investeer alleen in auto’s uit passie, of omdat je een band voelt met die auto, niet omdat hij geld moet opbrengen. Auto’s kosten altijd geld. Momenteel is duidelijk dat de oldtimermarkt wat prijzen betreft over haar hoogtepunt is, en eigenlijk is dat alleen maar goed nieuws. Want de prijzen zijn niet ingestort, maar houden er nog altijd een mooi niveau op na. Het geld dat u nu investeert, ziet u normaal gezien bij de verkoop wel terug; winst is altijd mogelijk. Daarmee zijn old- en youngtimers veel interessanter dan nieuwe auto’s, die meteen veel van hun waarde verliezen.

7. De ‘mechanieker’ van de toekomst is een IT-specialist

Hoe jonger de auto, hoe meer elektronica en dat belooft de liefhebber voor meer problemen te stellen. Terwijl vroeger sleutel 13 onontbeerlijk was in de werkplaats, is dat tegenwoordig het diagnosetoestel geworden. Bovendien blijkt de zoektocht naar elektronicacomponenten vaak moeilijk en zijn de onderdelen duur.

8. Uw problemen zijn al eens opgelost

Eentje die we van een restaurateur hebben: “Het voordeel met oude auto’s: alle problemen zijn al eens opgelost.” Ja, er komt een dag dat uw youngtimer niet start, of stilvalt. Geen nood, dat is vast ook al eens bij een andere eigenaar gebeurd… die er een post voor maakte op een internetforum rond uw auto. Internet is wat dat betreft van goudwaarde, al is het opletten: af en toe kom je tips tegen die elkaar tegenspreken. Maar in elk geval zijn er voor elk merk specialisten die hun auto’s beter kennen dan de ingenieurs die ze destijds hebben ontworpen. Voor elke vraag is het antwoord te vinden, al is het soms even zoeken.

9. Let op met de O-plaat

Wie een O-plaat heeft, moet rekening houden met de beperkingen. Commercieel gebruik van de auto is dan uitgesloten, net als woon-werkverkeer. Zelfs een ritje om de kinderen naar school te brengen kan eigenlijk niet. Wie minder betaalt om met de auto te rijden, heeft minder rechten, je kunt dat onmogelijk onrechtvaardig vinden. Het is in het belang van alle liefhebbers dat misbruik streng aangepakt wordt, want alleen zo kan iedereen blijven genieten van het huidige versoepelde toegelaten gebruik van de O-plaat. Ook periodieke keuringen komen eraan voor de O-plaat, en op zich is het moeilijk om daar bezwaar tegen te hebben.

10. Goedkoop verzekeren, ook zonder O-plaat

Indien uw youngtimer nog geen 30 jaar oud is, zou het natuurlijk jammer zijn om naast de hoge fiscale lasten ook nog eens een gewoon verzekeringstarief te moeten betalen voor een al bij al beperkt (hobby)gebruik. “Wij kunnen aparte tarieven hanteren voor youngtimers”, stelt Pascal Quirynen, zaakvoerder van T&T en Quirynen Insurance. “Daarbij leggen we specifieke voorwaarden voor het gebruik vast – zeg maar de bepalingen die ook voor een oldtimer gelden. Daardoor kunnen we naar richttarieven van 250 tot 300 euro gaan voor een verzekering Burgerlijke Aansprakelijkheid. Wie verschillende voertuigen heeft, kan lagere premies krijgen. Voor jonge bestuurders ligt het moeilijk, omdat hun risico zwaar doorweegt op de gehele portefeuille. Maar wanneer ze aantonen dat ze een ander voertuig hebben voor dagelijkse verplaatsingen, is er altijd iets mogelijk om een youngtimer goedkoper verzekerd te krijgen.”