Nog voor de Europese Commissie besliste om bijkomende importheffingen in te voeren op Chinese elektrische wagens, had Volvo al besloten om de productie van zijn kleinste elektrische model, de EX30, ook naar Europa te brengen, meer bepaald naar de fabriek in Gent. De EX30 mag dan qua stijl en aanvoelen ‘Zweeds’ zijn, technisch gezien heeft hij Chinese roots: onder de grote Geely-paraplu deelt hij zijn platform en tal van andere onderdelen met modellen van Zeekr en Smart.
Het merendeel van het koperspubliek beschouwt de EX30 echter als een Europees product, met de Zweedse charme van elke andere Volvo, ondanks het feit dat de auto tot nog toe enkel in China werd geproduceerd.
De gedeeltelijke overbrenging van de productie naar Gent is voor de Volvo-fabriek zonder twijfel een zegen. Hoe gevaarlijk het kan zijn om als fabriek af te hangen van weinig modellen die dan ook nog eens naar het einde van hun cyclus lopen, heeft de teloorgang van Audi Brussels recentelijk nog bewezen.
Daarmee is de Gentse Volvo-fabriek op dit ogenblik nog de enige site in ons land die op grote schaal personenauto’s assembleert, met een maximale capaciteit van zowat 250.000 auto’s. Ver verwijderd van de 1,2 miljoen stuks die in de jaren 80 in ons land jaarlijks van de band rolden, maar in Gent prijst men zich gelukkig dat de Chinese bazen (uiteindelijk) beslist hebben om hun kleinste elektrische succesmodel ook in Europa te gaan bouwen.
Toch vragen sommigen zich af of we daarmee niet het ‘gele gevaar’ binnenhalen waarvoor we zo beducht zijn.
Toch vragen sommigen zich af of we daarmee niet het ‘gele gevaar’ binnenhalen waarvoor we zo beducht zijn. Een vraag die vertrouwd in de oren klinkt: ongeveer dezelfde waarschuwingen hoorden we eind jaren 70 toen de Japanse auto’s hier voet aan de grond kregen, en twintig jaar later nog eens toen de Koreanen ons gingen ‘overspoelen’.
Hoe je het ook draait of keert, België blijft een klein land en nadat onze eigen (superkleinschalige) auto-industrie al vrij vlug de pijp aan maarten gaf, produceerden we voor de grotere landen en merken. Voor sommigen zou het grote gevaar nu uit China komen als we hen hier hun fabrieken hier laten opzetten.
Het is natuurlijk wel zo dat China zo’n 15 jaar terug beslist heeft om qua autoproductie de kaart van de elektrische auto te trekken. Onze (terecht) zelfbewuste, maar ook vrij arrogante Europese autobouwers hebben toen het gevaar onderschat en dragen daar nu de gevolgen van. In plaats van vandaag ‘all hands on deck’ te roepen hadden we dat al tien jaar geleden moeten doen.
Op dit ogenblik wordt zowat 80 procent van alle batterijen wereldwijd door Chinese bedrijven geproduceerd, het resterende vijfde wordt verdeeld tussen de Koreanen en Tesla. Het prestigeproject waarmee Europa een deel van zijn maakindustrie op het vlak van batterijen weer naar het Oude Continent wilde krijgen, is (voorlopig?) faliekant afgelopen met het recente bankroet van Northvolt.
Met de introductie van de EX30 in Gent hebben de Volvo-ingenieurs ook enorm veel opgestoken over de wijze waarop de Chinezen veel efficiënter een elektrische wagen in elkaar kunnen steken. Die knowhow moeten we koesteren en er ons voordeel mee doen. Trouwens, het was geen Chinese, maar een Europese constructeur die eerst bij ons een fabriek ombouwde om hier de knepen van de elektrische assemblage te leren en vervolgens de sleutel van de fabriek in Vorst onder de mat legde. Om van de recente oekazes van ene Donald Trump nog maar te zwijgen. Van waar komt dan het echte gevaar? Uit het oosten of uit het westen?

BLIJF OP DE HOOGTE VAN HET LAATSTE AUTONIEUWS!
Nieuwe modellen, tests, advies, exclusieve evenementen! Het is gratis!