De huidige vaandeldrager in het gamma van Polestar, de jonge Zweedse constructeur die deel uitmaakt van de Chinese Geely-groep, is de 3: een grote elektrische SUV die een eersteklas comfort combineert met behoorlijk stevige prestaties en een vrij vermakelijk weggedrag.
Jammer genoeg liep de lancering van die ‘GT-SUV’ flink wat vertraging op, als gevolg van bredere ontwikkelingsproblemen rond de software voor veiligheidssystemen binnen de Volvo-groep – en dan nog werden de eerste modellen geplaagd door wat elektronische gremlins.
Met de nieuwe 5 wil Polestar het anders aanpakken en voor eens en voor altijd aantonen dat zijn ambities als ‘sportieve premiumconstructeur’ niet uit de lucht gegrepen zijn. Wij konden als een van de weinige media al eens gaan testrijden met een preproductie-exemplaar van de Polestar 5. Plaats van afspraak: het UTAC-testcentrum in het Engelse Millbrook.
Concept Polestar 5
De 5 bouwt op het Polestar Performance Architecture, een structuur van gekleefd aluminium, voorzien van een elektrische architectuur op een spanning van 800 volt en drie elektromotoren: een vooraan en twee achteraan (waarbij die laatste in eigen huis zijn ontwikkeld).
Op zich is een dergelijke aanpak niet uniek, maar die aandacht voor details en maatwerk zegt wel veel over de ambities van de Polestar 5, die daarnaast eveneens kan rekenen op een ophanging met dubbele driehoeken voor- en achteraan, in de Performance-uitvoering ook nog eens gekoppeld aan een gestuurde elektromagnetische MagneRide-ophanging.

Eveneens bijzonder is het batterijpakket. Dat heeft een capaciteit van 112 kWh (waarvan 106 bruikbaar) en verdeelt zijn modules in een H-vorm: de cellen liggen onder de voorstoelen en de achterbank, de voetruimte voor de achterpassagiers blijft vrij en behoudt zijn uitsparing, zodat er ondanks de bescheiden totale hoogte toch genoeg hoofdruimte overblijft.
Nog om de koetswerkhoogte zo laag mogelijk te kunnen houden, neemt de Polestar 5 achter de achterbank de oplossing over van de 4, waarbij de dwarse verstevigingsbalk zich niet in het dak, maar achter de inzittenden bevindt. Met als praktisch gevolg dat ook de 5 geen achterruit heeft.
Design Polestar 5
Als het koetswerk van de Polestar 5 een vertrouwde indruk maakt, dan kan dat: zijn lijnen zijn bijna een-op-een overgenomen van de Precept-conceptcar uit 2020. Een strak en sober, maar onmiskenbaar elegant kleedje, met als blikvangers die ietwat bolle neus en die kammback-achtige achterkant.
Vooraan herkennen we de lichtsignatuur met een dubbele, gespiegelde L die we ook al zagen op de 4. Met tussen de koplampen wat Polestar de ‘Smartzone’ noemt: een transparante (maar in koetswerkkleur uitgevoerde) strip waarachter de sensoren voor de rijhulpsystemen schuilgaan.

De onderaan uitgeklopte flanken zorgen voor een optische verbinding tussen de gespierde voorste en achterste wielkasten, die gevuld zijn met grote 21-duimers met daarrond Michelin Pilot Sport EV-rubbers – tegen meerprijs kun je die zelfs inruilen voor 22-duimvelgen met Michelin Pilot Sport 5S.
In elk geval weet deze Polestar 5 zijn lengte van liefst 5,08 meter handig te verbergen: dankzij een beperkte hoogte van 1,42 meter en een wielbasis van 3,05 meter zitten de proporties precies goed.
Interieur Polestar 5
Het dashboard van de Polestar 5 is in hoge mate schatplichtig aan dat van de 3, met dat verschil dat de middenconsole hier wat breder is en de inzittenden wat meer omhult, voor een sportiever, meer GT-achtig gevoel. Het geheel maakt nog altijd een minimalistische en sobere indruk, maar de materialen getuigen van kwaliteit en alles is met de grootste zorg in elkaar gezet.

Achter het stuur kijk je uit op een 9 duim grote digitale tellerpartij, gekoppeld aan een head-updisplay van 9,5 duim. Zowat alle functies en instellingen zitten verscholen achter het centrale aanraakscherm van 14,5 duim, een interface die op Android Automotive draait en als dusdanig geïntegreerde Google-diensten kan aanbieden, zoals de Google Assistant, Google Maps of Google Play. Het syteem is draadloos compatibel met Apple CarPlay en Android Auto en uiteraard geschikt voor over-the-airupdates.
Koffer (en frunk) Polestar 5
Dankzij ruime verstelmogelijkheden voor stoel en stuurkolom is een goede rijhouding zo gevonden, en plaats is er in overvloed. Ook en zelfs vooral achterin, waar de bank wel eerder ontworpen is voor twee dan voor drie personen.

De koffer is voor een auto van meer dan 5 meter lang dan weer aan de kleine kant: 365 liter (uit te breiden naar 1.128 liter door de bank neer te klappen) is niet veel, maar op zich wel voldoende voor een weekendje weg met zijn vieren. De laadkabels kun je daarbij alvast kwijt in de frunk van 62 liter.
Rijden Polestar 5
Officieel is de auto waarmee we kunnen rijden, nog een ‘preproductie-exemplaar’, maar die zou volgens de Zweden al voor 98 procent identiek zijn aan de definitieve versie; de resterende 2 procent is naar verluidt nog maar een kwestie van schaafwerk, onder meer aan de software.
De Performance-versie van de Polestar 5 waarmee we onderweg zijn, beschikt over een aandrijfgeheel dat een systeemvermogen van 884 pk paart aan een maximumkoppel van 1.015 Nm. En die duikt spelenderwijs onder de 3 seconden voor de sprint van 0 tot 100 km/u, zo blijkt.

Ronduit indrukwekkend, temeer omdat alles in een verbluffende zachtheid gebeurt: de acceleratie wordt heel geleidelijk opgebouwd, zonder de minste wielspin. Eenzelfde sereniteit trouwens bij het remmen, hoe bruusk dan ook, waar de lange wielbasis en het haast perfect afgestelde onderstel de duikneiging van het koetswerk inperken.
Tijdens enkele rondjes over het snelheidsovaal blijft de Polestar 5 zich ook bij 250 km/u uiterst stabiel gedragen – geen sinecure op deze ondergrond van betonplaten met peknaden ertussen. De verschillen tussen de beschikbare niveaus van energierecuperatie en de standen voor de ophanging zijn goed voelbaar, veel meer alvast dan die tussen de stuurmodi.

Ongeacht de gekozen ophangingsmodus – Standard, Nimble of Firm – worden koetswerkbewegingen perfect ingetoomd, en ook het comfort blijft in al die standen overeind. Daarbij komt nog een bijzonder geruststellend neutraal bochtengedrag, zonder het minste spoor van onderstuur.
Dankzij het ideaal gepositioneerde zwaartepunt, de ophanging met dubbele driehoeken en Michelin-banden met een verbluffend sturend vermogen kun je altijd probleemloos de neus naar binnen steken. Het stuur had misschien iets meer feedback mogen geven, maar het reageert immer nauwkeurig en zonder vertraging op je input.
Conclusie Polestar 5
Door adembenemende prestaties te combineren met een hoogstaand comfort en een dynamisch en zelfs vermakelijk weggedrag zet deze 5 Polestars ambities als constructeur van modellen met een GT-roeping kracht bij.
Bovendien weet hij die kwaliteiten te verpakken in een sexy kleedje, gecombineerd met een minimalistisch, maar verzorgd interieur. Deze eerste kennismaking was weliswaar beperkt, maar de boodschap is duidelijk: het potentieel om het elektrische Porsches lastig te maken, is er.