De 300C kan prat gaan op een fascinerende lijn. Waar die aantrekkingskracht vandaan komt? Zijn voor een vierdeursberline originele proporties zijn het gevolg van een gedurfde combinatie: een gigantische wielbasis met een hoge gordellijn, lowrider-zijruiten, grote wielen en minimale overhangen. De wagen is ook erg hoekig, heeft een lange motorkap en dito dak, maar
een kort kofferdeksel (op het eerste gezicht althans). En dan is er die platte buldogtronie, bestaande uit een verticaal radiatorrooster zoals bij de Peterbilt-trucks die nauwelijks een gapende luchtinlaat verbergt en vier ronde koplampen met wijd opengesperde pupillen, die diep in de ovale en beglaasde oogkassen zitten. De 300C verenigt alle complexloze trekken van het automobiele Amerika. Die van de (pick-up-)truck, van de hotrod, van de pony car, van de limo en, in zijn breakversie Touring, van de station wagon. De herwonnen glorie van de centaur. En dat is de reden waarom we er weg van zijn...
In dit artikel : Chrysler, Chrysler 300C