Model Toyota Mirai 2020

Samen met de Hyundai Nexo is de Mirai de enige waterstofauto die je in deze Koopwijzer aantreft. Het is een beetje het verhaal van de kip en het ei: er zijn nauwelijks mogelijkheden om H2 te tanken, dus blijft ook het modelaanbod beperkt, en vice versa. In vergelijking met de nogal ‘aparte’ voorganger oogt deze tweede generatie, die in 2021 uitkwam, een stuk appetijtelijker – bijna als een vierdeurscoupé. En dat het een achterwielaandrijver is, maakt hem alleen maar aantrekkelijker. Onderhuids bouwt de Mirai voort op het platform van de LS, Lexus’ limousine. Daarmee vergeleken is hij wel een stuk minder ruim – de hele brandstofcel werd wel compacter, maar palmt nog altijd veel ruimte in. Opvallend is het H2O-knopje op het dashboard, om de Mirai onderweg een plasje te laten maken: het restproduct van de elektriciteitsproductie is zuiver water.

De brandstofcel voorziet een 134 kW sterke elektromotor van stroom, waarmee deze Japanner in 9 seconden aan 100 km/u raakt. Rijden doet deze FCEV als elke andere elektrische auto, met een stille werking en veel souplesse. Onder volle belasting hoor je hem wel de lucht aanzuigen die de brandstofcel nodig heeft om de waterstof weer in elektriciteit om te zetten. Met de waterstofreservoirs volledig gevuld mag je rekenen op een reëel rijbereik van zo’n 400 kilometer, waarna een tankbeurt je wel zo’n 50 euro kost.

De Mirai is een stuk aantrekkelijker geworden als auto en vervult zijn rol van uithangbord in stijl en stilte. Maar je moet wel geëngageerd zijn om er een in gebruik te nemen, én in de buurt van een waterstoftankstation wonen, want daarvan zijn er amper in België. Het goedje is bovendien duur – net als de auto zelf trouwens.