De 5 niveaus van autonoom rijden

Rijhulpsystemen kunnen voor bepaalde taken tijdelijk de rol van de bestuurder overnemen. Er bestaan 5 niveaus van (semi)autonoom rijden.

Er zijn 5 niveaus van autonoom rijden, in feite 6 als je niveau 0 (geen enkele actief rijhulpsysteem) meetelt. Deze verschillende niveaus worden vastgesteld op basis van de betrokkenheid van de bestuurder en de dosis verantwoordelijkheid van de auto tijdens het rijden. 

Niveau 1

De bestuurder kan bepaalde aspecten van het rijden aan de auto toevertrouwen of de auto kan optreden om te waarschuwen voor gevaar en/of om een gebrek aan reactie van de bestuurder tegen te gaan. Maar de auto kan slechts in twee dimensies handelen: voor- of achteruit en opzij. De bestuurder moet zijn handen aan het stuur houden. Een (adaptieve) cruise control, spoorassistent en automatische noodremfunctie zijn van niveau 1. 

Niveau 2

De bestuurder vertrouwt de auto een specifieke rijtaak toe, maar behoudt het toezicht. Het gaat bijvoorbeeld om een automatische parkeerassistent of een functie voor autonoom rijden in de file. De bestuurder kan in situaties van automatisch rijden het stuur loslaten, maar is verplicht oplettend te blijven en kan te allen tijde ingrijpen. Hij of zij blijft verantwoordelijk bij een ongeval.  

LEES OOK – Wat is verplicht in een nieuwe auto?

Niveau 3

De bestuurder kan in beide dimensies een deel van het rijden aan de auto delegeren. Hij moet echter te allen tijde of op verzoek (na een licht- of geluidssignaal) de controle over het voertuig opnieuw kunnen overnemen. Hij of zij kan zich een beetje ontspannen, maar moet op het verkeer blijven letten, met een minimum aan waakzaamheid. Dit is semiautonoom rijden, waarbij de auto de snelheid en het remmen kan regelen, zoals bij Tesla's AutoPilot 2.0.

Niveau 4

Dit is het eerste niveau van een "hoge" autonomie. De bestuurder kan afstand nemen van het rijden en alles overlaten aan de auto, maar alleen in een geschikte omgeving: een gemarkeerde parkeerplaats, een geschikte weg, een uitgeruste snelweg, privéterrein. Met niveau 4 kan het voertuig ook onderweg overschakelen naar de autonome modus volgens een route of instructies van de bestuurder. Wanneer menselijke reactie of instructies achterwege blijven, parkeert het voertuig zichzelf op een veilige plek.

Niveau 5

De bestuurder kan alle rijgerelateerde taken delegeren en hoeft de weg niet in het oog te houden. Hij of zij kan rusten, slapen, tegen de rijrichting in kijken. De auto kan alle situaties aan op alle soorten wegen. De bestuurder kan echter beslissen om te rijden, door de bijstand van de auto te moduleren, die in kritieke situaties nog altijd automatisch zal kunnen handelen. Dit vereist echter krachtige kunstmatige intelligentie.