Markt / Noorwegen: 10% van de EV’s zijn Chinees

Om hun Europese offensief te lanceren hebben de meeste Chinese constructeurs die gespecialiseerd zijn in elektrische voertuigen, Noorwegen gekozen als toegangspoort tot het Oude Continent. En dat werkt: profiterend van een erg zware fiscaliteit voor modellen met een verbrandingsmotor (inclusief hybrides) vertegenwoordigen Chinese modellen al 10 procent van de EV-markt in Noorwegen. Dat doet vermoeden dat ze de komende jaren een nog groter aandeel zullen veroveren en dat het Scandinavische land een solide basis zal worden met het oog op een expansie in de rest van Europa.

>>> Lees ook: 29% van de Vlamingen is klaar voor een Chinese auto

Elektrisch en goedkoop

De voornaamste verklaring van die Chinese doorbraak schuilt hem in de prijzen die de Oosterse constructeurs hanteren. Ze bieden volledig elektrische modellen in populaire formaten – meestal compacte of middelgrote SUV’s – voor prijzen die een pak lager liggen dan die van de Europese of Amerikaanse concurrentie.

Het gevolg is een snelle expansie, ook al is dat relatief, want we spreken uitsluitend over Noorwegen. 1 EV op 10 is weliswaar Chinees, maar in het eerste semester van 2021 vertegenwoordigde dat maar 4.400 voertuigen.

>>> Lees onze Eerste Test van de Aiways U5

Nieuwe distributie

Het succes van Chinese EV’s valt echter niet uitsluitend te verklaren door de gehanteerde prijzen. De keuze om modellen aan te bieden zonder verbrandingsmotor stelt de Chinese auto-industrie in staat haar ‘achterstand’ op het vlak van technologie en verfijnening inzake benzine- en dieselmotoren volledig uit te wissen en tegelijk enorm te besparen op ontwikkelingskosten, terwijl de gevestigde constructeurs, of ze nu Europees zijn, Amerikaans, Koreaans of Japans, hun investeringen voor het schoner maken van hun verbrandingsmotoren nog moeten afschrijven.

Daarbovenop kunnen ze het door te kiezen voor elektrisch stellen zonder conventioneel distributienet, aangezien EV’s haast geen onderhoud nodig hebben. Daardoor kunnen de Chinese constructeurs kiezen voor nieuwe distributiemethodes – leveringen via bepaalde punten of aan huis bijvoorbeeld – en kunnen ze samenwerken met gevestigde en erkende automotive dienstverleners om de technische ondersteuning van hun auto’s voor hun rekening te nemen. Een niet te verwaarlozen troef die opnieuw zware investeringen vermijdt en Europese klanten geruststelt wat betreft de kwaliteit van de service na verkoop.

En in België?

Bij ons is de doorbraak van de Chinese merken natuurlijk veel beperkter. Dat valt te verklaren door het gebrek aan directe of indirecte fiscale stimuli voor particulieren klanten bij aankoop van een elektrische auto. Bovendien staat de Belg, die vaak niet alleen geboren is met een baksteen in de maag, maar ook met een stuur in de hand, en vasthoudt aan zijn gewoontes, weigerachtig tegen het idee om Chinees te kopen. Hoewel volgens een onderzoek van AutoGids meer dan 1 Belg op 4 bereid zou zijn om de stap te zetten. Terecht of niet? De toekomst zal het uitwijzen, maar de modellen die onze redactie al heeft uitgeprobeerd, hebben bewezen dat Chinese auto’s niet gespeend zijn van kwaliteiten.

>>> Lees onze Korte Test van de DFSK Fengon

Bovendien hangt de Belgische markt extreem af van bedrijfsvloten, een sector waarvoor de restwaarde en de service twee essentiële elementen zijn bij de keuze van een auto. Op dat vlak zijn de grote invoerders van de historische merken – vooral van de premiumconstructeurs – nog altijd de baas. Maar vergeet niet dat het scenario van een schuchtere entree zich al heeft afgespeeld met de Japanse merken en nadien de Koreaanse. En kijk waar die nu staan. En de Chinese constructeurs profiteren van het effect dat de energietransitie versnelt.