Zich aanmelden

Met Facebook aanmelden

of

Uw informatie is niet correct.
Ik meld me aan Wachtwoord vergeten?
Er is geen Facebook-account verbonden aan de website, schrijf u in.

Wachtwoord vergeten?

×
Mijn wachtwoord opnieuw instellen
Je ontvangt een e-mail voor het instellen van een nieuw wachtwoord.
Geen account gekoppeld aan dit e-mailadres

Nog geen account?
SCHRIJF JE GRATIS IN.

Markt / Is het nog fiscaal interessant om als particulier een pick-up te kopen?

Geschreven door Stijn Blanckaert op 08-12-2023

Gedurende lange tijd vonden particulieren in ons land massaal de weg naar de pick-up als fiscaal interessant alternatief voor de grote SUV. De Vlaamse en Waalse overheden hebben daar recent echter een stokje voor gestoken. Het einde van een tijdperk?

Pick-ups werden tot voor kort ook voor de particuliere koper belast als lichtevrachtwagens: je betaalde er geen belasting op inverkeerstelling (BIV) voor en de jaarlijkse verkeersbelasting was een lachertje. Motorinhoud, brandstofsoort of CO2-uitstoot waren irrelevant voor de berekening, zodat je net zoveel (lees: zo weinig) verkeersbelasting betaalde voor een relatief bescheiden Isuzu D-Max als voor een Amerikaanse RAM met dikke V8.

Geen wonder dus dat dit soort voertuigen een hoge vlucht begon te nemen als fiscaal interessant alternatief voor de zwaar belaste SUV. Zo reden er in 2021 zo’n 65.000 pick-ups rond in ons land, wat 63 procent meer is dan tien jaar eerder. Pro capita hadden we in België twee keer zoveel pick-ups als in Frankrijk en Duitsland, en in vergelijking met Nederland reden er in verhouding zelfs tien keer zoveel rond bij ons.

Dat aantal begint nu langzaam te dalen, nu zowel Vlaanderen als Wallonië dit soort voertuigen aanzienlijk minder interessant heeft gemaakt voor particuliere kopers.

Vlaanderen: geen uitzondering meer

Voor een 4x4, SUV of eender welke personenwagen wordt de BIV in Vlaanderen berekend op basis van de brandstofsoort, de euronorm en de CO2-uitstoot. Diesels worden zwaarder belast dan benzines. De verkeersbelasting wordt dan weer berekend op de cilinderinhoud in combinatie met de CO2-uitstoot. Voor auto’s met een hoge uitstoot betekent dat meteen ook een aanzienlijke aderlating bij de eerste inschrijving en nadien elk jaar opnieuw.

Een zware diesel- of benzine-SUV krijgt in het noordelijke landsgedeelte al snel een BIV-tarief van 7.000 tot 8.000 euro aangerekend, naast een jaarlijkse verkeersbelasting van gemakkelijk 1.000 euro. Een gelijkaardig gemotoriseerde pick-up kwam er tot voor kort af met 150 euro per jaar en was niet onderworpen aan de BIV. 

Vlaanderen heeft dat voordelige regime sinds 1 januari 2023 echter afgeschaft als zo’n pick-up (‘voertuigtype N1’ in officiële termen) wordt aangeschaft door een particulier. Wie sindsdien zo’n wagen wil inschrijven en hem niet beroepsmatig gebruikt, moet rekening houden met de BIV en verkeersbelasting van een personenwagen met dezelfde kenmerken en zal zijn portefeuille dus veel verder moeten opentrekken.

Het fiscale gunstregime met de BIV-vrijstelling en lage verkeersbelasting voor pick-ups blijft in Vlaanderen wel behouden voor voertuigen die worden ingeschreven door leasingmaatschappijen en bedrijven en zelfstandigen met een ondernemingsnummer, waarbij de wagen dus beroepsmatig wordt ingezet. 

Pick-ups die in Vlaanderen al ingeschreven waren vóór 1 januari 2023, blijven genieten van het oude regime zolang ze niet doorverkocht worden. Wanneer ze echter van eigenaar veranderen, zal de koper – als het om een particulier gaat – niet langer van de gunstige fiscaliteit kunnen genieten en voor zijn tweedehandspick-up de tarieven van een personenwagen moeten betalen. 

Wallonië al eerder

Nog voor Vlaanderen in januari van 2023 de regels veranderde, was dat al gebeurd in Wallonië. Exact een jaar eerder werd daar het fiscale voordeel van niet enkel de pick-ups, maar van alle lichte bedrijfsvoertuigen voor particulieren afgeschaft. Het is in het zuiden van ons land dan ook onmogelijk om nog van een vrijstelling van de BIV te genieten. Ook de ecomalus voor voertuigen met een uitstoot boven 145 g CO2/km is er nu onverminderd van toepassing op pick-ups of bestelwagens die niet voor professionele doeleinden worden ingezet.

Concreet kan in het Waalse gewest enkel wie als zelfstandige of vennootschap over een ondernemingsnummer beschikt bij de inschrijving van een lichte vrachtwagen (inclusief pick-up dus) nog van het voordelige regime gebruikmaken. Bovendien moet het voertuig dan ook nog eens effectief gebruikt worden voor de professionele activiteit van de zelfstandige of de onderneming. Indien niet aan beide voorwaarden voldaan is, wordt het voertuig gewoon als een personenwagen belast.

De berekening van de Waalse BIV is nog steeds puur gestoeld op de motorinhoud en het motorvermogen. Je zit bij een drieliterdiesel al snel aan het maximumbedrag van 4.957 euro, dat dan nog eens wordt vermeerderd met een ecomalus die tot 2.500 euro kan oplopen.

Grote verschillen

Enkele praktijkvoorbeelden illustreren de impact van deze maatregelen. Zo kost de meest verkochte pick-up in ons land, de Ford Ranger, met zijn tweeliter-diesel met een vermogen van 213 pk en zijn CO2-uitstoot van minimaal 223 g/km in het Waalse gewest sinds de hervorming 4.957 euro aan BIV in plaats van 0, met daarbovenop een eenmalige ecomalus van 1.000 euro omdat hij meer dan 216 g/km uitstoot. De verkeersbelasting is er gestegen naar 511,24 euro per jaar. De Vlaamse particulier is nog slechter af: hij betaalt voor diezelfde auto nu 6.054,10 euro aan BIV en elk jaar 701,42 euro aan verkeersbelasting.

Nog pijnlijker is de situatie voor wie als particulier nog voor een Amerikaanse RAM 1500-pick-up zou opteren. Die is met zijn 5,7 liter grote benzine-V8 met 28 fiscale PK en zijn vermogen van 295 kW in combinatie met zijn CO2-uitstoot van 364 g/km namelijk goed voor 4.957 euro aan BIV plus 2.500 euro aan ecomalus in Wallonië. Jaarlijks mag je er een aanslagbiljet verwachten van 3.588,26 euro (een bedrag dat uiteraard geïndexeerd wordt). Een Vlaamse particulier betaalt voor die RAM een BIV van zomaar even 13.249,15 euro en een jaarlijkse rijtaks van maar liefst 5.159,45 euro.

Een lpg-tank installeren verzacht de rekening niet, want dan blijft de Vlaamse BIV hetzelfde, maar stijgt de jaarlijkse verkeersbelasting door de aanvullende lpg-belasting zelfs nog lichtjes, naar een bedrag van 5.258,92 euro. 

Kortom: voor een particulier is een pick-up bijzonder duur geworden. Daarmee bereiken de respectievelijke regeringen natuurlijk hun doel: de fiscale voordelen van de pick-up (en in Wallonië alle lichtevrachtwagens) voorbehouden voor zij die er voor professionele doeleinden van gebruikmaken. Nuttig om te weten is trouwens dat pick-ups voor alles wat niet rond de verkeersbelasting draait, wél nog steeds als bedrijfsvoertuigen worden beschouwd, wat betekent dat ze in tegenstelling tot personenwagens jaarlijks naar de technische controle moeten.

In de praktijk is de herverkoopwaarde van een pick-up door de nieuwe regels gedaald en lijkt het erop dat eigenaars van dit soort voertuigen die hun auto nog voor de hervorming hebben kunnen inschrijven, er nu veel langer mee zullen blijven rijden dan ze anders gedaan zouden hebben.

En in Brussel?

Terwijl Vlaanderen en Wallonië het fiscale voordeel voor pick-ups voor particulieren al aan banden hebben gelegd, past het Brussels Hoofdstedelijk Gewest de regelgeving (nog) niet aan. Daar blijft een pick-up dus ook voor particulieren vrijgesteld van BIV en geniet hij nog van de lage verkeersbelasting van net geen 150 euro per jaar. 

 
Freelance

BLIJF OP DE HOOGTE VAN HET LAATSTE AUTONIEUWS!
Nieuwe modellen, tests, advies, exclusieve evenementen! Het is gratis!

Ik schrijf me in

Nieuws

Aanbevolen nieuwsberichten