AutoGids behoort tot het select groepje autojournalisten dat de nieuwe Honda Preluda al eens mag proberen op Thruxton, een voormalig vliegveld dat na de Tweede Wereldoorlog omgevormd werd tot een permanent racecircuit. We krijgen enkele rondjes op de 3,8 kilometer lange, behoorlijk snelle omloop om de zesde generatie van de Japanse sportcoupé in avant-première aan de tand te voelen. Honda wil eens peilen naar onze reactie, "want de nieuwe Prelude is niet je doorsnee-coupé".
Aandrijving Honda Prelude
De Honda Prelude is een Hybrid, want de Japanners recycleren de e:HEV-aandrijving van de Civic. De ronk van de 2 liter-krachtbron is er vooral voor de sfeer en gezelligheid, want de atmosferische viercilinder fungeert als generator voor de verder volledig elektrische aandrijving. Daarbij worden 184 pk en 315 Nm op de voorwielen gezet via een enkelvoudige reductie. Nu heeft de Japanse constructeur wel zijn best gedaan om die hybride opstelling wat extra scherpte mee te geven.

Daarvoor hebben ze de S+ Shift-transmissie bedacht, die voortborduurt op de gesimuleerde gangwissels (via het kortstondig sluiten van de gasklep van de benzinemotor) van de Civic. Je wordt nog altijd in het ootje genomen, alleen is de illusie op de Prelude zo goed dat je inderdaad zou zweren fysiek door de acht verzetten te knallen. Ook omdat de peddels achter het stuur deze keer daadwerkelijk dienen om op en af te schakelen (in de Civic dienen die lepels om de motorrem te manipuleren).
Naargelang het gekozen rijprogramma komt dat S+ Shift bovendien met aangepaste ratio's. In Comfort is de ‘spreiding’ lang, met gemoedelijke wissels. In GT wordt er al vlotter geschakeld, om helemaal te shortshiften in Sport. Honda heeft zijn stinkende best gedaan de motorronk te aligneren met de schakelmanoeuvres: de loei van de vierpitter verraadt exact wanneer het moment gekomen is om even aan de schakellepel te trekken. Het motorgeluid is bovendien echt (zij het versterkt via de luidsprekers) en kom in Sport zelfs met een aangename snerp.

Nu, het is en blijft een atmosferische 2 liter-viercilindermotor die draait volgens de Atkinson-cyclus. Bij 6.000 toeren is het hoe dan ook uit met de pret - liefhebbers van het VTEC-effect blijven dan ook op hun honger.
Rijden Honda Prelude
Honda gunde ons drie rondjes met de Prelude op Thruxton. Een omloop met naam, bekendheid die vooral komt van de hoge gemiddelde snelheid die je er kan halen. Op een chicane net voor het rechte stuk richting finish en een verraderlijke links-rechts-combinatie na hoef je er eigenlijk het gaspedaal nooit volledig te lichten. Al schuilt net daar het addertje. Door het ontbreken van enig reliëf vergt het enige circuitkennis om te weten waar je dan precies moet insturen.

Het verklaart ten dele waarom Honda ons eerste met een gewone Civic de piste opstuurt. Al is er uiteraard nog een andere reden. Net als de aandrijving deelt de Prelude zijn onderstel met de Civic (zij het met een iets kortere wielbasis). Met dat verschil dat de coupé gedempt en gestopt wordt door respectievelijk de ophanging en de remmen van de Civic Type R (zij het met een iets minder extreme afstelling). Waarna de lippen bij de Japanners weer stijf op elkaar gaan: of en waar er onderhuids dan nog onderscheid zit, hebben we verder het raden naar.
Maar dat er weldegelijk een verschil is, ondervind je na exact twee bochten. De Prelude voelt een stuk strakker, staat meer geplant op het asfalt. De coupé steekt zijn neus gedecideerder naar de apex. En hoewel ook de achtersteven van de Prelude vrij licht wordt op snelheid leidt dat nooit tot de dein waar de Civic op trakteert. Zonder dat we evenwel kunnen spreken van Type R-sensaties. Daar zit de Prelude nog heel ver van.

Wat ook de bedoeling is. Dixit Honda is het werkelijke leefgebied van de Prelude het bochtige hinterland. Een habitat waar zijn koppel dat van meet af aan beschikbaar is (elektrische aandrijving, remember) en het lage leeggewicht van ‘1.400 à 1.500 kilo’ het deficit aan pk’s kan en moet verdoezelen. En waar – door het minder perfecte asfalt – de iets meegaandere dempingsafstelling ook meer tot haar recht zal komen.
Concept Honda Prelude
Terug in de pitstraat draaien we nog een paar toertjes rond de nieuwe Prelude. Want wat moeten we hier nu mee? Uiteraard kan je na drie rondjes op een circuit geen eindoordeel vellen, al mag je toch verwachten dat een aantal vragen van antwoord worden voorzien. Hier echter groeide de verwarring alleen maar. Het was al heel snel duidelijk dat dit geen vervanger is van de Civic Type R (die eind dit jaar met pensioen gaat).

Je zou hem kunnen zien als een coupéversie van de Civic, al willen ze dat dan weer niet gehoord hebben bij Honda. Die positioneren de Prelude toch een trede hoger. Al zien we niet goed in hoe die verheven standing zich dan moet verantwoorden? Daarvoor zit er te veel inwisselbaarheid in het interieur (ook daar herkennen we vooral de Civic).
En is er een aanzienlijk verlies aan praktisch gemak. Precieze cijfers ontbreken (uiteraard!) al heb je geen meetlat nodig om te zien dat de koffer van de Prelude – ondanks de derde deur - een heel stuk kleiner is dan die van de Civic. Je kan gelukkig wel nog wat spullen kwijt op de ‘achterbank’. Dat lijkt ons het enige bestaansrecht te zijn voor het kleinood, gezien het louter micro-organismes zijn die er zich comfortabel kunnen nestelen.

We kunnen de analogie met het zweefvliegtuig die de Japanners zelf gebruiken wel bijtreden. Niet alleen omdat de Prelude naadloos kan switchen tussen efficiëntie en pret, maar evengoed omdat het een niche is binnen een niche. Lees: wetende dat (allicht) ook de Civic dat vernieuwde S+ Shift-schakelsysteem krijgt, moet je al echt overtuigd zijn van de looks…
Conclusie Honda Prelude
We kregen spontaan flashbacks naar de CR-Z van begin deze eeuw. Ook een hybride Honda-coupé. Die evenmin begrepen werd. Pas op, dat (harde) verdict willen we in deze nog niet vellen, daarvoor was de test met het prototype te kort en de verkregen info te summier. Al lijken er zo op het eerste gezicht maar weinig deksels echt op het potje te passen.
De nieuwe Honda Prelude is immers geen echte GT, daarvoor mist hij het vermogen. Hij is ook geen circuitwapen, daarvoor is zijn ophanging te meegaand. Een daily driver dan? Daarvoor mist hij het praktische gemak. Tegenwerpingen die maken dat de echte merites van deze Honda – rijplezier, verbruik, pedigree, looks, dat geniale S+ Shift – niet genoeg uit de verf komen.
We kruisen dan ook alle vingers en tenen dat de uitgebreidere test dit najaar ons ongelijk mag bewijzen. En bidden we stiekem om de komst van een krachtigere variant met Type R-badge op de kont.
In dit artikel : Honda, Honda Prelude