Opinie / De redactie ongefilterd - Influencers

Naast hun journalistieke methodologie en hun professionele perspectief binnen de autosector zijn de leden van onze redactie eerst en vooral automobilisten en gewone burgers. In 'De redactie ongefilterd' spreken ze vanuit hun hart. Vandaag is het aan Klaas Janssens, die lijdzaam toeziet hoe likes ook de autowereld veroveren.

LEES OOK De redactie ongefilterd – overzicht

Win on Sunday, sell on Monday. Dit Amerikaanse mantra dateert uit de jaren 60, toen duidelijk werd dat de wagens hun concurrenten aftroefden en racesuccessen boekten merkelijk vlotter een koper vonden. Dat besef gaf de autosport een flinke duw in de rug, want de racerij evolueerde in een instrument voor de marketingjongens en -meisjes.

Eer en glorie bleven een belangrijke drijfveer, maar voortaan leverden de overwinningen meer op dan blinkende bekers en zegekransen. Er werd gestreden voor de gunst van het grote publiek en daarvoor wilden de autobonzen hun beurs wat breder opentrekken. Die extra centen leverde fantastische racewagens op, die door de fans op handen gedragen werden.

Je moet maar eens kijken op YouTube, naar de enorme mensenmassa die verzamelen blaasde tijdens de 24 Uur van Le Mans of de Rally Van Monte-Carlo. Koppenlopen zoals op Tomorrowland vandaag, maar dan met een andere soort muziek.

Oh neen, de Formule E

De autosport fungeerde ook als laboratorium waar nieuwe technologieën uitgetest werden, om ze daarna aan het grote publiek te verkopen als doping voor hun volgende wagen. En dan denk ik in de eerste plaats aan Audi, aan de Quattro-vierwielaandrijving die de rallysport een andere aanblik zou geven. Aan Pikes Peak, aan de V8 in de DTM-racerij, aan de dominantie in Le Mans – waar ze achtereenvolgens hun directe injectie, hun TDI-dieselmotoren en hun hybride aandrijving in de etalage zetten met klinkende overwinningen.

En in de Formule E zouden ze hetzelfde doen, want die zoemende eenzitters vormden de perfecte etalage. Ideaal om glansprestaties in de competitie te linken aan hun elektrische auto’s voor de man of vrouw in de straat. Maar dat viel een beetje tegen.

Er doen een heleboel merken mee, over de kwaliteit van de rijders kan je moeilijk klagen en de gedrongen raceformat levert intense wedstrijden met verschillende winnaars op. Maar die onvoorspelbaarheid zorgde er ook voor dat je die competitie niet zo gemakkelijk naar je hand kon zetten, waardoor de investeringen wel erg weinig opleverden. Audi keerde de Formule E intussen de rug toe, net zoals BMW en Mercedes. Ook Ingolstadt waagt zich aan een F1-avontuur. Want het grote publiek kijkt liever naar de Formule 1, dat een enorme boost kreeg door de Netflix-franchise “Drive to Survive”.

Electrikhana

Tegenwoordig speel je het slimmer. Je kiest geen kampioenschap uit dat je probeert te winnen, want eigenlijk leveren alleen de Formule 1, de 24 Uur van Le Mans en misschien het Wereldkampioenschap Rally je een commercieel voordeel op. Je moet influencen. En alweer doet Audi precies wat het moet doen.

Heb je Electrikhana bekeken, de waanzinnige video waarin Ken Block zijn Audi S1 Hoonitron door de straten van Las Vegas jaagt? Een feest voor de zintuigen, een adrenalinestoot van enkele minuten die meteen duidelijk maakt dat elektrische auto’s waanzinnig cool kunnen zijn. De unieke auto zou meer dan 10 miljoen euro gekost hebben om te maken, maar dat is slechts een habbekrats als je dat bedrag vergelijkt met het budgetten die een serieuze autosportcampagne vraagt. En het bereik is minstens even groot, vooral bij mensen die je sowieso niet bereikt.

Het mooie van deze strategie is dat je zondag niet moet winnen op te scoren op maandag. Je moet vooral populair zijn en dus veel volgers hebben.