Bosch gaat voor waterstof in plaats van batterijen

Bosch is een gigant als onderaannemer voor de autosector. Talloze accessoires en technologieën dragen zijn logo. Tot voor kort was deze Duitse multinational nog bezig om batterijcellen te bouwen voor elektrische wagens. Bosch geeft deze ambitie nu op en richt zich op waterstof. Het bewijs: een partnerschap met de Zweedse groep PowerCell Sweden voor de productie van ‘stacks’. Een stack is de chemische ‘fabriek’ van de brandstofcel die het waterstof van de tanks en de zuurstof van de lucht in elektriciteit transformeert.

Gemakkelijker, goedkoper

Het promoten van waterstof zou om meer dan één reden interessant zijn. Ten eerste is de FCEV (de brandstofcelauto) een elektrische wagen die zijn batterijen niet moet opladen (gedurende tientallen minuten). Hij produceert zijn eigen elektriciteit met zijn brandstofcel dankzij enkele kilo’s waterstof die in zijn tanks zit opgeslagen. Voltanken duurt dus niet langer dan 3 tot 4 minuten. Bovendien is de brandstofcel volgens Bosch “tien keer lichter en goedkoper” dan batterijen. Bovendien is waterstof beter geschikt om lange afstanden mee af te leggen.

In 2030?

De productie van waterstof kan grijs of groen verlopen. In het geval van een productie met hernieuwbare energie, zou deze technologie kunnen helpen om transportgerelateerde vervuiling op te lossen. Vooral omdat Bosch, dat ook elektromotoren produceert, dit ziet als een echte oplossing voor vrachtverkeer en bedrijfswagens. Dat gezegd zijnde, voorspelt Bosch ook dat tegen 2030 het aandeel van waterstof in het wereldwijde wagenpark van EV’s 20% zal bereiken. Er ontbreekt meer dan de pompen…