Het “Light is right” van Lotus-coryfee Colin Chapman is een mantra geworden voor autofabrikanten, die op grote schaal koolstofvezel gebruiken om hun sportauto's lichter, dus sneller en efficiënter te maken. En dat is nodig ook, want het gebruik van elektrische modules zoals bij de plug-inhybride BMW M5 voegen enorm veel gewicht en dus ballast toe.
Maar in een tijd waarin de impact op het milieu steeds belangrijker wordt, zijn automerken hun toeleverenciers op zoek naar duurzamere alternatieven. Zo ook bij BMW, dat een composiet op basis van vlasvezels ontwikkelde in samenwerking met het Zwitserse Bcomp. Sinds 2019 wordt dit alternatief voor koolstofvezel reeds getest in de racerij.
En slagen ze ook in de finale test, de 24 Uur van de Nürburgring het komende weekend, dan licht de weg naar de seriemodellen van BMW open. De voordelen zijn legio. Zo genereert de productie van composietmaterialen op basis van vlas ongeveer 40% minder CO₂ dan koolstofvezel, terwijl ze achteraf makkelijk te recycleren zijn. De enige vraag die rest: is het ook mooi genoef voor de BMW M-klant?
