Zich aanmelden

Met Facebook aanmelden

of

Uw informatie is niet correct.
Ik meld me aan Wachtwoord vergeten?
Er is geen Facebook-account verbonden aan de website, schrijf u in.

Wachtwoord vergeten?

×
Mijn wachtwoord opnieuw instellen
Je ontvangt een e-mail voor het instellen van een nieuw wachtwoord.
Geen account gekoppeld aan dit e-mailadres

Nog geen account?
SCHRIJF JE GRATIS IN.

Markt / Koopje van de Week: Audi Coupé (1988-1996)

Geschreven door Steven Appelmans op 22-06-2021

Elke dinsdag gaat AutoGids op zoek naar het Koopje van de Week. Van bolides met een speciaal verhaal tot sedans met een geschiedenis, in deze rubriek krijgen ze allemaal hun podium. Vandaag: de Audi Coupé (1988-1996).

In 1988 knipt Audi in de wielbasis van zijn 80, vijlt het de achterdeuren weg en plakt het merk er een andere ophanging onder. Het resultaat badgen ze in Ingolstadt intern als Typ 8B, voor de rest van de wereld heet het ding gewoon Coupé.

>> AutoGids' Koopje van de Week - modeloverzicht van A tot Z

Hoewel het zeker niet de eerste sportief gelijnde driedeurs was die vier ringen op de neus kreeg, maakte deze Audi Coupé net iets meer aanspraak op het vaderschap van de A5 dan zijn meer illustere voorgangers. In tegenstelling tot dat bekender gerief kwam deze Coupé immers ook als Cabrio.

Waar moet je op letten?

Voor één keer is roest niet zozeer vijand nummer één. Net zoals de B3-generatie van de Audi 80 waarop hij zich baseert, kreeg de Coupé immers een gegalvaniseerde koets waardoor rot op vakkundige wijze weggehouden wordt van het plaatwerk. Perfect, want dat geeft je dus meer tijd om wat andere zaken te staven. Zoals bijvoorbeeld de elektronica. Dit is een kind van de nineties en dus hoef je niet op te kijken van zaken als elektrische ruiten, een digitale boordcomputer of automatische airco. Ga zeker na of al die dingen het nog doen.

Heb je je oog op een Audi Coupé met Quattro-vierwielaandrijving laten vallen, dan vraagt de koppeling om extra aandacht. De vervanging daarvan is namelijk een kostelijke aangelegenheid. Tot slot zijn er de motoren. Wil je zolang mogelijk genieten van je Coupé ga dan zeker voor een vijfcilinder. Die heten immers onverslijtbaar, tenminste, als de distributieriem op de voorgeschreven afstanden is vervangen. Mag daar ook een turbo bij (waardoor je upgradet naar een S2) hou dan de uitlaat in de gaten. Blijft die slierten witte (versleten turbo) of blauwe rook (olielek) uitbraken, dan mag je je verwachten aan een stevige herstellingsfactuur.

 

Wat mag dat kosten?

Gezien het recente youngtimerstatuut valt dat bijzonder goed mee. Mits wat zoekwerk kan je al een degelijke Audi Coupé 2.3E op de kop tikken voor 2.000 euro. Is die ouder dan ‘92, dan heb je overigens vandoen met een B4. Veel verschil is er niet tussen beide generaties, noem het een doorgedreven facelift, maar het is wel van tel als je valt op luxe. De meer recente Coupés komen, logischerwijs, rijkelijker aangekleed.

De S2-versie van  Audi Coupé is sowieso een B4 en verwisselt voor een paar duizend euro meer van eigenaar. Gezien de nog steeds aanvaardbare investering zou dat dan ook de versie zijn waar wij naar uit zouden kijken.

Is er een leuk alternatief?

Er is BMW en zijn E36/5, beter bekend als de 3 Reeks Compact, al begon die zijn carrière pas op het moment dat de Coupé ze zo goed als sloot. Toen Mercedes op de proppen kwam met zijn Sportcoupé was er van de Audi zelfs al geen sprake meer. Dat maakt van de Volvo 480 eigenlijk het enige noemenswaardige alternatief, weliswaar met de kanttekening dat de krachtigste 480 minder vermogen had dan de instapversie van de Coupé. Het blijft een beetje appelen versus peren.

 
Journalist AutoGids/AutoWereld

BLIJF OP DE HOOGTE VAN HET LAATSTE AUTONIEUWS!
Nieuwe modellen, tests, advies, exclusieve evenementen! Het is gratis!

Ik schrijf me in

Nieuws

Aanbevolen nieuwsberichten