In de andere gewesten van ons land moest je voor een elektrische auto altijd al belasting op inverkeerstelling en verkeersbelasting betalen, en vanaf 1 januari 2026 wordt dat ook in Vlaanderen het geval. Een maatregel die Vlaams minister van Financiën, Ben Weyts, verdedigt door te zwaaien met de kas voor de wegwerkzaamheden. Die is namelijk leeg, wat volgens de minister deels te maken heeft met de populariteit van de elektrische auto.
Van 1.390 exemplaren in 2015 groeide het contingent EV’s in ons land naar 132.979 in 2024, goed voor 16 procent van het totale aantal inschrijvingen. Tel zelf maar uit wat de Vlaamse regering daardoor is misgelopen aan inkomsten.
Beperkte bedragen
Maar goed, dat is binnenkort dus voltooid verleden tijd: vanaf 2026 draagt ook de elektrische kaste bij, of die modellen nu hun stroom halen uit batterijen dan wel hun elektriciteit aanmaken op basis van waterstof. Zij het dat de bedragen uiterst beperkt blijven. Zo is de eenmalig te betalen BIV vastgesteld op een forfait van 61,50 euro.
Voor de jaarlijks verschuldigde verkeersbelasting wordt gerekend met fiscale pk’s – minimaal 1, maximaal 5 – die zullen worden bepaald door het motorvermogen. Weliswaar verrekend met een verzachtende correctiefactor, om ook die jaarlijkse aanslag zo laag mogelijk te houden. Tussen het hoogste bedrag (87,24 euro) en het laagste (69,72 euro) zit zodoende slechts een verschil van 17,52 euro.
Bilijke belasting
Op het eerste gezicht een billijke belasting dus, maar toch schoot ze in het verkeerde keelgat bij EV Belgium en Renta (de Belgische Federatie van voertuigverhuurders). Beide belangenverenigingen spreken over “een verkeerd signaal”, vooral dan richting de particulier.
Voor die doelgroep was die belastingvrijstelling het enige incentive om elektrisch te gaan rijden. Door dat voordeel nu al af te schaffen zal die doelgroep – die nog altijd niet volledig mee is met het elektrische verhaal – volgens hen nog minder geneigd zijn om de overstap te maken.