Model Polestar 4 2026

De naam van de Polestars verwijst naar de volgorde waarin ze gelanceerd worden: deze 4 is dus niet het grotere broertje van de 3, maar zit met zijn 4,84 meter qua formaat tussen de 2 en de 3 in. Zijn vormentaal is echter uniek, met een lange wielbasis, korte overhangen en, uiteraard, die vreemde achterkant. De 4 heeft namelijk geen achterruit; hoogstens loopt het panoramadak nog een stukje af. Een stukje lef dat niet zonder gevolgen blijft: de achterste plaatsen zijn wel ruim, maar voelen door de kleine glaspartijen claustrofobisch aan. Bovendien is het zicht naar achteren onbestaande; camerabeelden moeten dat oplossen. Voorin combineert de ­bestuurderspost digitale tellers van 12,1 duim met een centrale aanraak­interface van 15,4 duim, uitgebreid met een groot head-updisplay.

Technisch staat de 4 op een sterk uitgerekte variant van Geely’s SEA-platform, dat ook dienstdoet voor modellen als de veel compactere Smart #1 en Volvo EX30. Het gamma telt in eerste instantie twee varianten, met één (Single) of met twee (Dual) motoren. De eerste houdt het bij 272 pk en spurt in 7,4 seconden naar 100; de tweede is twee keer zo krachtig… en twee keer zo snel. De batterij van 102 kWh is voor beide varianten dezelfde en maakt een rijbereik tot 600 kilometer mogelijk. Ze kan bovendien worden opgeladen met gelijkstroom tot 200 kW. Voor wisselstroom is een driefasenomvormer van 22 kW standaard.

Met de 4 heeft Polestar een conceptcar naar de straat gebracht. Een gewaagde keuze, want hoe flitsend en origineel deze cross-over er ook mag uitzien, er hangen toch ook nogal wat angels aan dat koetswerk-zonder-achterruit. Al doet dat geen afbreuk aan zijn technische of rijdynamische kwaliteiten.