Industrie en economie / Het doek valt over Audi Brussels

Werknemers die nog gauw hun persoonlijke bezittingen komen oppikken in voor de rest akelig lege fabriekshallen. Met hier en daar nog enkele naakte en inderhaast samengepakte koetswerken, bestemd voor de shredder, als stille getuigen dat hier tot voor kort auto’s werden gebouwd. Met de sluiting van Audi Brussels valt het doek over een geschiedenis die op 27 september 1948 begon, toen Pierre D’Ieteren de eerste steen legde van de Studebaker-fabriek in Vorst. Al in april van 1949 liep de eerste auto er van de band.

Vanaf 1954 schakelde de site over op de assemblage van Volkswagens: voornamelijk Kevers, maar ook Transporters. In de jaren daarop rollen er eveneens Packards, Karmann Ghia’s en Porsches 356 van de band. Toen de familie D’Ieteren eind 1970 de fabriek overdroeg aan Volkswagen AG, werd de hele site officieel omgedoopt tot ‘Volkswagen Brussel’. Nog datzelfde jaar werd de productie van de Passat er opgestart. Vanaf 1980 kreeg Vorst de assemblage van de Golf toegewezen, maar ook de Iltis en de bijzondere Golf Rallye uit 1987 liepen er van de band.

In de jaren 2000 volgden nog de Seat Toledo, de VW Lupo, de Audi A3 en de Volkswagen Polo, voor de fabriek officieel in handen kwam van Audi, dat er zijn A3 Sportback en vervolgens zijn A1 bouwde. In 2018 kreeg Audi Brussels de productie toegewezen van de grote elektrische SUV, de e-Tron (het voorvoegsel Q8 volgde pas later) en werd de fabriek getransformeerd in een hoogtechnologische site waar ultramoderne batterijen konden worden geassembleerd.

Er is op dat moment nog geen vuiltje aan de lucht, niemand die twijfelt aan het strategische belang van Brussel voor de Duitsers. Tot in 2023 het ijskoude nieuws volgt dat de beloofde productie van de Q4 e-Tron toch niet naar Vorst komt… en het al snel duidelijk wordt dat er geen plan B is. De fabriek bloedt langzaam dood: terwijl de site in 2006 nog bijna 180.000 auto’s per jaar bouwde, liepen er vorig slechts een 22.000 tal Q8 e-Trons van de band. Een einde in mineur... 

Met de sluiting van Audi Brussels verdwijnt alweer een pronkstuk van de Belgische autoproductie van het toneel, na British Leyland in Seneffe (1981), Renault Vilvoorde (1997), Opel Antwerpen (2010) en Ford Genk (2014). Ooit was ons land koploper in aantal geproduceerde auto’s per inwoner, vandaag schiet alleen Volvo Gent nog over.