Als reactie op schandalen zoals Dieselgate en de groeiende klimaatzorgen had de Europese Unie beslist dat de verkoop van nieuwe auto’s met een verbrandingsmotor in de lidstaten verboden zou worden vanaf 2035. Dan zouden enkel nog nieuwe voertuigen met een aandrijflijn “zonder CO₂-uitstoot” toegelaten zijn. Een beslissing die de weg moest openen voor de ontwikkeling en verspreiding van de elektrische auto.
Toch impliceert zo’n omwenteling niet alleen een technologische, maar ook een industriële transformatie. En juist daar lopen de Europese constructeurs – of merken die in Europa actief zijn – een aanzienlijke achterstand op ten opzichte van de Chinese auto-industrie. Ze zijn sterk afhankelijk van de Chinese giganten die de hele keten van batterijen voor elektrische voertuigen beheersen.
En dan is er nog de verplichting voor overheden om een laadinfrastructuur uit te rollen die kan voldoen aan de noden van automobilisten. De uitdaging was groot, misschien té groot.
Alarmkreet van de industrie
Het dogma wankelt. In een brief aan Ursula von der Leyen doorbreken de ACEA (autofabrikanten) en de CLEPA (toeleveranciers) een taboe: het doel van 100% CO₂-reductie voor auto’s en bestelwagens in 2035 is niet langer realistisch.
Ola Källenius (Mercedes-Benz, ACEA) en Matthias Zink (Schaeffler, CLEPA) bevestigen hun engagement voor klimaatneutraliteit tegen 2050, maar noemen de doelstellingen “onhaalbaar” in de huidige economische en geopolitieke context.
Een verzwakt Europa
De analyse is hard: een bijna totale afhankelijkheid van Azië voor batterijen, een laadinfrastructuur die nog in de kinderschoenen staat, hogere productiekosten en de dreiging van Amerikaanse invoertarieven. Daarbovenop komt de agressieve concurrentie van Chinese merken, die elektrische auto’s tegen zeer lage prijzen in Europa kunnen aanbieden. Voor de Europese industrie dreigt de strikte regelgeving uit te draaien op zelfdestructie.
De top van de auto-industrie pleit daarom voor een meerstemmige aanpak. Elektrische auto’s blijven “het speerpunt”, maar plug-in hybrides, range extenders, zeer efficiënte verbrandingsmotoren, waterstof en koolstofarme brandstoffen moeten volgens hen ook hun plaats krijgen in de energiemix.
De visie van een “enkelvoudige” transitie naar uitsluitend elektrisch wordt als te kwetsbaar en te afhankelijk van externe factoren beschouwd – factoren waar Europa weinig vat op heeft.
Politieke en economische spanningen
De Europese Commissie had in maart al toegegeven en extra uitstel verleend voor bepaalde tussentijdse doelstellingen. Maar het verzet groeit. Binnen het Europees Parlement vraagt de politieke familie van von der Leyen nu zelfs om de geplande ban van 2035 volledig in te trekken.
Want achter de grote klimaatambities schuilen economische realiteiten: elektrische auto’s maken vandaag nog maar 15% van de autoverkoop in de EU uit, terwijl de winstmarges van constructeurs grotendeels steunen op premium SUV’s en berlines met verbrandingsmotor.
Voor toeleveranciers is de situatie nijpend: Continental kondigt massale ontslagen aan, Valeo waarschuwt voor krimpende marges. De opeenvolgende herstructureringen bedreigen het hele ecosysteem. Tussen ecologische doelstellingen en industriële overlevingsdrang balanceert Europa nu op een smalle richel.
Bron: Bloomberg – Render: AutoGids x ChatGPT