Industrie en economie / China versoepelt (eindelijk) automobiele handelsregels

Wie vandaag als buitenlandse autobouwer modellen wil verkopen in China, moet daar ofwel forse invoerbelastingen op betalen, ofwel ze ter plekke bouwen. Maar in dat laatste geval is de constructeur verplicht om te werken via een Chinese joint-venture waar hij bovendien niet meer dan 50 procent van de aandelen van mag bezitten. Die laatste beperking wordt binnenkort stapsgewijs opgeheven: eerst voor elektrische of plug-in hybride modellen vanaf het eind van dit jaar, vervolgens voor commerciële voertuigen vanaf 2020 en tot slot voor alle personenwagens vanaf 2022. Over 5 jaar zullen dan alle handelsbeperkingen zijn verdwenen voor deze gigantische automarkt, die met net geen 29 miljoen nieuwe auto’s in 2017 de grootste ter wereld was. Die maatregel moet vooral de oplopende spanningen met de Verenigde Staten bedaren. Maar ze komt volgens sommige analisten zodanig laat dat de reële impact ervan erg beperkt blijft, vooral op de grote autogroepen die toch al allemaal zijn “getrouwd” met een Chinese partner. Toch zouden een aantal specifieke merken zoals bijvoorbeeld Tesla er toch voordeel uit kunnen halen om door te dringen tot deze markt zonder “zijn geheimen prijs te moeten geven” aan een Chinese autobouwer.