Zich aanmelden

Met Facebook aanmelden

of

Uw informatie is niet correct.
Ik meld me aan Wachtwoord vergeten?
Er is geen Facebook-account verbonden aan de website, schrijf u in.

Wachtwoord vergeten?

×
Mijn wachtwoord opnieuw instellen
Je ontvangt een e-mail voor het instellen van een nieuw wachtwoord.
Geen account gekoppeld aan dit e-mailadres

Nog geen account?
SCHRIJF JE GRATIS IN.

Interview / Jacky Ickx over de magie van de Dakar: "Lesje in nederigheid"

Geschreven door Xavier Daffe op 05-01-2024

In het kader van de expo Porsche Driven by Dreams in het Brusselse Autoworld, hadden we een gezellige babbel met Jacky Ickx. Over Porsche natuurlijk, en dan vooral over het succes van het merk in de Dakar, waarin onze landgenoot een bepalende rol heeft gespeeld.

Jacky Ickx is een legende. En niet alleen in België. Zeldzaam zijn de autocoureurs die zo’n eclectische carrière hebben gehad, bovendien acteerde hij steevast op het hoogste niveau. Formule 1, endurance, de woestijn: overal heeft onze landgenoot gewonnen. Een groot kampioen, maar ook een grote mijnheer, een voorvechter van een wereldbeeld waarin de mens centraal staat.

LEES OOK Dakar 2024: wie, wat, waar en wanneer?

Haarscherpe analyses zijn altijd al zijn sterkte geweest – wanneer Jacky spreekt, dan luistert iedereen. Ook wij, die hem troffen tijdens de avant-première van de expo Porsche Driven by Dreams, in het Brusselse Autoworld. 

Jacky, Porsche staat in jouw biografie allicht met hoofdletters geschreven…

“Ja, Porsche is uiteraard reuzebelangrijk geweest voor mij, want we hebben tien jaar samen gereden. Ik beschouw mijn successen met het merk trouwens enkel maar als de weerspiegeling van hun werk. Maar het is wel zo dat van alle mensen naast wie ik bij Porsche gereden heb, ik degene ben met de meeste zeges. Degene ook met – naar verluidt – het meeste overwinningen in de endurance.

Als ik daarop terugblik, dan moet ik toch zeggen dat ik het nog niet zo slecht gedaan heb. Ook al beschouw ik mezelf dan als een dinosaurus. Ik was namelijk een overlever, een van die oudgedienden die het langst op het hoogste niveau is blijven rondrijden zonder mezelf al te veel pijn te doen.” 

En vooral, je hebt je weten te onderscheiden in heel uiteenlopende disciplines…

“Ja, dat klopt, maar dat was in mijn tijd nu eenmaal normaal. Omdat dingen als exclusiviteit of sponsoring nog niet bestonden, of in ieder geval niet het gewicht hadden dat ze vandaag hebben. In die community van autocoureurs van toen konden wij rijden waar we wilden: toerisme, F2, F1, endurance

Ik had een streepje voor op mijn concurrenten omdat ik begonnen was op de motorfiets. Daardoor had ik een gevoel voor evenwicht ontwikkeld dat me vooral in slechte weersomstandigheden van pas kwam, en dat sommige van mijn rivalen vreemd was. We waren allemaal een soort huurlingen die tijd, maar we deden het niet voor het geld, we deden het uit pure passie.”

We kunnen ook niet om de Dakar heen. Jij was degene die Porsche in de jaren tachtig zo ver kreeg om aan de woestijnrally deel te nemen. Maar je hebt in je carrière nog met andere vreemde vogels aan de start van Parijs-Dakar gestaan: een Citroën CX, een Lada Niva, een Mercedes G-Klasse. Zit er eigenlijk een soort van rode draad in al die deelnames? 

“De Dakar is een heel bijzondere wedstrijd. Om te beginnen is het de zwaarste en de langste race ter wereld. Drie weken lang etappes moeten verduren van 400, 500 of zelfs 800 kilometer – met een marathonetappe van zomaar even 2.300 kilometer – waarbij je ook ’s nachts moet rijden, dat is een enorme uitdaging voor lichaam en geest. Maar tegelijkertijd zet zo’n beproeving je ook weer met je twee voetjes op de grond.

Interview Jacky Ickx

Ze maakt je bewust van hoe klein en breekbaar een mens is. In die zin is een rally als de Dakar een enorme opportuniteit om als mens te groeien. Zonder ervaring haal je de aankomst niet. Het Porsche-avontuur in Parijs-Dakar zou er nooit gekomen zijn had ik de wedstrijd al niet eerder gereden en gewonnen met Mercedes (in 1983, red.).”

Die instap van Porsche in de Dakar, hoe is dat eigenlijk in zijn werk gegaan?

“Ik ben destijds met dat doldwaze idee naar Porsche gestapt, waar ik gehoor vond bij mensen die wel brood zagen in zo’n maffe uitdaging – namelijk gaan offroaden met een sportwagen. Een groepje mensen dat geen enkele affiniteit had met rally-raids, is vervolgens met dat idee aan de slag gegaan, vertrekkende van de bestaande 911 uit de Safari Rally – een achterwielaandrijver. Ik had die auto in februari 1983 tijdens een testsessie aan het werk gezien en was er gerust in dat hij de klus zou kunnen klaren.

Maar Porsche werkte op dat moment ook aan een versnellingsbak en een vierwielaandrijving voor Audi, en het is die techniek die – in aangepaste versie – ook terechtkwam in de Dakar-Porsches. Het strafste aan dat hele verhaal, is dat het merk op basis van wat oorspronkelijk een geschift idee leek, gewoon twee keer de Dakar wist te winnen (1984 en 1986, red.).”

Nochtans was het team dat het project in goede banen moest leiden, bijzonder klein…

“Ja, het bestond voornamelijk uit Helmuth Bott – de geestelijke vader van de vierwielaandrijving bij Porsche – en Roland Kussmaul, de ingenieur die de auto tekende. En uit mezelf, die hen uitlegde hoe een Dakar-rally in elkaar zat. We namen de 911 van Bott en trokken ermee naar Algerije, zo is alles begonnen.

Let wel: aanvankelijk was het niet Porsche zelf dat de auto’s inschreef voor Parijs-Dakar. Het bouwde ze wel, maar ik was degene die ze inschreef, die sponsors zocht en die de assistentievrachtwagens regelde. Het was team ‘Jacky Ickx’ dat in 1984 met de 911 deelnam aan de Dakar, niet Porsche.”

Maar uiteindelijk was jij het niet die als eerste in Dakar over de streep kwam…

“Neen, die eer was voor René Metge. Daar had ik hem ook voor aangenomen. Het was ik die de rijders koos, en in mijn ogen hadden we met de ervaren René het meeste kans op succes. En ik heb gelijk gekregen… Als teammanager liet ik de algemene belangen primeren op de mijne. Niet dat ik niet wilde winnen, maar misschien was ik dat jaar gewoon niet goed genoeg.

De Dakar winnen, doe je op ervaring. Kijk naar Loeb: negen keer wereldkampioen rally, een uitzonderlijk talent achter het stuur. Maar ook hij heeft moeite om zich niet te laten verrassen in de Dakar. Dat hij die race nog altijd niet heeft kunnen winnen, komt omdat hij te veel foutjes maakt. En dat komt puur door een gebrek aan ervaring.”

Wat dat hele Dakar-verhaal des te verbazender maakt, is dat Porsche toen in vieze papieren zat. En dan toch meedoen aan zo’n wedstrijd…

“Zoals ik al zei: ze zagen het in Stuttgart als een uitdaging. Niemand had ooit van een sportwagen voor de openbare weg een potentiële winnaar in Dakar gemaakt. Weet je, tot op de dag van vandaag wordt die overwinning ons door sommigen verweten. Dat we een fabrieksteam waren, en dat Porsche, met al zijn middelen, de ware Dakar-spirit daar en dan de nek heeft omgedraaid. Terwijl in werkelijkheid het werkingsbudget twee keer niks voorstelde.

Interview Jacky Ickx

Want een fabrieksteam medio jaren 80, wat was dat? Drie racewagens, dus zes personen, twee M.A.N.-assistentievrachtwagens met ieder drie personen en nog eens zes man in een vliegtuig – onder wie Peter Falk, de sportieve directeur. Al bij al waren we met zijn achttienen. Puur amateurisme vergeleken bij vandaag, waar de grootste teams soms met honderd mensen komt afzakken…”

Jij kunt de vergelijking maken. Wat is het spannendste: met 350 km/u over de rechte lijn van Hunaudières denderen of met 200 km/u het mulle woestijnzand doorploegen? 

“René Metge liet in de woestijn pieksnelheden tot 230 km/u optekenen. Zo ver durfde ik niet te gaan; ik vond het bij 210 al welletjes. In de woestijn moet je op elk moment kunnen stoppen voor een onverwachte hindernis; op Le Mans ben je voortdurend de limieten aan het aftasten. Op een circuit bouw je geleidelijk het tempo op, maar als je eenmaal gedurfd hebt om een bocht vol gas te nemen, dan gaat het de volgende keren almaar makkelijker.

In de woestijn speelt het onvoorspelbare veel meer – je weet nooit helemaal zeker wat je achter die duintop gaat aantreffen. Uiteindelijk is het allemaal niet zozeer een kwestie van snelheid an sich. Een 962 kon op Le Mans 380 km/u halen, maar als je dat een paar keer gedaan had, dan werd dat bijna normaal, in die mate dat wij de ingenieurs smeekten of er niet nog 50 pk meer uit te persen viel. Snel rijden op zich is eigenlijk geen probleem.”

De manier waarop jij naar de mens en naar de wereld in het algemeen kijkt, komt dat door de Dakar?

“Oh ja, vast en zeker. In de woestijn leer je je ware aard kennen, daar ontdek je jezelf. Alle maskers vallen af, je bent helemaal op jezelf aangewezen en het besef groeit snel dat je eigenlijk niet veel voorstelt. Dat je maar een passant bent in deze wereld. Je bezit niets, je leert alleen en probeert die kennis door te geven. Dat is alles.”

Foto’s: Benjamin Brolet

 

Hoofdredacteur Le Moniteur Automobile

BLIJF OP DE HOOGTE VAN HET LAATSTE AUTONIEUWS!
Nieuwe modellen, tests, advies, exclusieve evenementen! Het is gratis!

Ik schrijf me in

Nieuws

Aanbevolen nieuwsberichten