In 1990 kwam Lamborghini met de langverwachte opvolger van de Countach op de proppen. Die Diablo genoemde supercar combineerde een 5,7 liter-V12 met een ingenieus buizenframe en een uit aluminimum opgetrokken koetswerk, een duivelse cocktail met een hemels lijnenspel.
LEES OOK Testverslag Lamborghini Revuelto
De Lamborghini Diablo zou tot 2001 in productie blijven, een periode waarin Sant'Agata Bolognese 2.902 exemplaren wist te slijten. Wij zetten onze vijf favoriete versies op een rijtje.
Diablo SE 30 (1994)
Een tot 150 exemplaren gelimiteerde reeks, gebouwd om de 30ste verjaardag van Lamborghini te vieren. Nog gebaseerd op de achterwielaangedreven Diablo (de vierwielaangedreven VT-versie stamt nochtans uit 1993), desgewenst te verkrijgen met een Jota-sportpakket dat het vermogen van de V12 opkrikte tot 600 pk. Het gestripte interieur hielp bovendien om het gewicht met 125 kilogram te drukken.

Diablo VT Roadster (1995)
In 1992 presenteerde Lamborghini reeds een open targaversie van de Diablo, toch zou het tot 1995 duren vooraleer die Roadster ook in productie zou gaan. Dat was sowieso een vierwielaangedreven VT (kort voor Viscious Traction) met actieve dempers. De Roadster oogt nog wilder dan de coupé, al verliest het lijnenspel wel esthetisch evenwicht.

Diablo SV (1996)
Ook de door een 510 pk sterke specificatie van de V12 aangedreven Diablo Special Veloce hield het bij achterwielaandrijving. Voor het eerst verlegde Lamborghini de focus naar de aerodynamica, met een verstelbare spoiler waarmee je koos voor meer downforce (hogere bochtensnelheden) of voor minder drag (hogere topsnelheid). Bij elke update van de gewone Diablo kreeg ook de SV een upgrade.

Diablo GT (1999)
De in een oplage van 80 stuks gebouwde GT-versie van de Diablo had de grotere 6 liter-V12 in zijn achtersteven liggen, hier goed voor 575 pk. Op zoek naar betere prestaties experimenteerde Lamborghini met een uit koolstofvezel vervaardigd koetswerk met door de racerij geïnspireerd spoilerwerk. Later volgde een nog extremere GTR-versie, maar die mocht zijn duivels enkel op een afgesloten omloop ontbinden.

Diablo 6.0 (2000)
Een Lamborghini met een Belgisch randje. Nadat het Italiaanse sportwagenmerk gekocht werd door Audi, kreeg Luc Donckerwolke immers de vraag om de Diablo onder handen te nemen. Kleine designaanpassingen deden het lijnenspel strakker en eleganter ogen, maar de V12 bleef een monster. Het grootste verschil met de oudere modellen: ook de interieurkwaliteit moest nu voldoen aan Audi-standaarden, en is dus superieur aan die van de oudere Diablo-creaties.
