Met de introductie van de LJ10 in 1970 legde Suzuki de basis voor een stevige reputatie binnen het 4x4-universum. In de voorbije 55 jaar slaagde de constructeur erin dat erfgoed telkens opnieuw te heruitvinden in een reeks iconische modellen.
De hedendaagse 4x4-technologie heet Allgrip: minder puur, maar wel comfortabeler, veiliger en zuiniger – dankzij lichtere platforms en emissies die aansluiten bij de tijdsgeest.
Tweepitter op tweetakt
Suzuki’s allereerste mini-4x4, de LJ10, werd in 1970 gelanceerd als een betaalbare terreinwagen voor het grote publiek dat ook in staat was om moeilijk terrein te overwinnen. Door zijn ultracompacte formaat was hij bovendien bijzonder wendbaar, zelfs in drukke stadscentra.

De ontwikkeling begon in 1968 en het eerste model was een driezitter. Om binnen de geldende afmetingen te blijven, werd het reservewiel achter de passagiersstoel geplaatst. De LJ10 was een eenvoudig voertuig, met ritssluitingen in plaats van deuren, bladveren om zware lasten aan te kunnen en een gewicht van slechts 600 kg (wielbasis: 1930 mm).
Dankzij het afzonderlijke chassis kon men lichte carrosseriedelen gebruiken. Onder de motorkap lag een luchtgekoelde tweetakt-tweepitter van 360 cm³. Latere varianten zoals de LJ20, LJ50 en LJ80 volgden, waarbij die laatste voor het eerst een viertaktmotor kreeg. In totaal gingen er 243.000 exemplaren van de LJ-reeks over de toonbank, verspreid over 109 landen.
De Samoerai
In 1981 lanceerde Suzuki een tweede generatie 4X4's met internationale ambities: de SJ410 en later SJ413. Of, zoals we die dingen beter kennen In Europa: de “Samurai”. Met zijn geblokte design en verschillende varianten wist hij een breder publiek aan te spreken.

Toch bleef de robuuste basis behouden, met bladveren – weliswaar gecombineerd met gasdempers achteraan – en verbeterde aan- en afrijhoeken. De motorisering groeide naar 1.0 liter (45 pk) en later 1.3 liter (66 pk). Dankzij zijn toegankelijke karakter en betrouwbaarheid werd de Samurai een wereldhit: er werden er maar liefst 1,69 miljoen van verkocht.
Onze eerste Jimny
De derde generatie verscheen in 1998 – en kreeg wereldwijd (dus ook in Europa) de naam Jimny. Comfort en wegprestaties gingen erop vooruit, maar de terreincapaciteiten bleven intact. De nieuwe Jimny kreeg inschakelbare vierwielaandrijving, een moderne ophanging met afzonderlijke schroefveren en dempers vooraan, en een stijvere starre achteras met driehoeksophanging.
Daardoor was hij stabieler én comfortabeler. De Jimny was zowel in gesloten versie als cabrio leverbaar. Suzuki wist er uiteindelijk 918.000 exemplaren van te slijten.

De huidige Jimny (sinds 2018) blijft trouw aan het oorspronkelijke recept met zijn ladderchassis, vierwielaandrijving en starre assen, maar is veelzijdiger dan ooit dankzij zijn 1.5-benzinemotor. Wereldwijd wordt hij aanbeden, en er zijn ondertussen al meer dan 3 miljoen verkocht. In Europa is hij echter niet langer officieel verkrijgbaar.

En de rest
Wie Suzuki zegt, zegt ook Vitara. In 1988 kwam die op de markt als voorloper van de moderne compacte SUV’s. Hij werd uitgebracht in korte en lange (Grand Vitara) versies, als cabrio en met zowel benzine- als dieselmotoren. Zelfs een 2.0 V6 stond op het menu.
De huidige, vierde generatie is uitgerust met het Allgrip Select-systeem en is wereldwijd goed voor meer dan 3,6 miljoen verkochte exemplaren in 190 landen. Nieuw in 2024 is de e-Vitara: Suzuki’s eerste volledig elektrische SUV, met een specifiek BEV-platform en het nieuwe ALLGRIP-e-systeem met twee elektromotoren.
Suzuki waagde zich zelfs aan de X-90, een aparte interpretatie voor een jong publiek: een tweezits-Vitara met futuristische lijnen en T-Top-dak. Commercieel werd het echter geen succes.
En daar blijft het niet bij. Andere compacte Suzuki 4x4’s zijn onder meer de SX4, de S-Cross, de tweemaal herboren Ignis en de Swift AWD. Je hoeft al lang geen boer meer te zijn om plezier te beleven aan een Suzuki met vierwielaandrijving. De kleine Suzuki’s hebben ook het hart van avontuurlijke stadsbewoners veroverd.
