Professioneel / Oplaadbare hybrides: die na 2020 blijven

Door de totale focus op de CO2-uitstoot als basis voor de autofiscaliteit beleefden de plug-inhybrides de voorbije jaren in ons land gouden tijden. Met officiële uitstootwaarden van minder dan 60 g/km kwamen oplaadbare hybrides namelijk in aanmerking voor een fiscale aftrek van 100 procent en bleken ze uiterst voordelig voor de berekening van het Voordeel van Alle Aard (VAA). De Volvo XC90 T8, Mercedes GLC 350e en Porsche Cayenne E-hybrid hadden dan ook de wind in de zeilen.

Omdat veel bestuurders volgens de overheid een loopje namen met de ‘gebruiksvoorschriften’ van een stekkerhybride – opladen telkens als je kunt om zo weinig mogelijk op fossiele brandstof te rijden – en hun auto dus voornamelijk kochten voor de fiscale voordelen, werden de spelregels grondig aangepast. Vanaf 2020 scheiden bepaalde technische kenmerken ‘fake’ van ‘real’. Daarbij maakt de intussen geïntroduceerde WLTP-homologatie de zaken er niet gemakkelijker op.

Nieuwe regels

Concreet besliste de regering om vanaf 2020 over te stappen van de huidige aftrekbaarheidsschijven naar een formule die het percentage fiscale aftrek bepaalt per gram CO2-uitstoot. Omdat plug-inhybrides in deze formule (zie kaderstuk) door hun lage normuitstoot van 60 g/km of minder nog steeds automatisch een volledige fiscale aftrek zouden blijven genieten, werd een extra maatregel genomen. Om nog als ‘echte’ plug-in beschouwd te worden moet vanaf 2020 voldaan worden aan een minimumvereiste wat betreft de batterijcapaciteit.

De verhouding tussen het aantal kWh van de batterij en het totale wagengewicht moet voortaan minstens 0,5 kWh/100 kg bedragen. In de praktijk betekent dat 0,45, omdat vanaf die verhouding naar boven wordt afgerond… Omdat daarmee nog niet alle plug-ins van Porsche, Mercedes en consorten uitgesloten werden van de voordelige fiscaliteit, werd daarenboven gedecreteerd dat de maximale CO2-uitstoot 50 g/km moet bedragen. Stoot je plug-in dus 55 g CO2/km uit en voldoe je wel aan de ratiovereiste voor batterijcapaciteit en gewicht, dan val je alsnog uit de boot.

Verstrekkende gevolgen

Wanneer je als zelfstandige of onderneming met een sinds 1 januari van dit jaar bestelde plug-inhybride rijdt, moet je dus nagaan of die wel voldoet aan de nieuwe vereisten (0,5 kWh/100 kg en maximaal 50 g CO2/km). Is dat niet het geval, dan betekent dat dat je vanaf 2020 geconfronteerd wordt met een aanzienlijke stijging van je TCO (total cost of ownership). De fiscale aftrekbaarheid van je wagen zakt dan van 100 procent naar een percentage van ergens tussen de 40 procent en 60 procent, omdat je je vanaf die datum niet meer mag baseren op de normuitstoot die op je gelijkvormigheidsattest staat, maar wel op die van het gelijkwaardige benzine- of dieselmodel. Als een dergelijk model niet bestaat, wordt de uitstoot van je plug-in vermenigvuldigd met 2,5.

Boven op die verlaagde fiscale aftrek en dus verhoogde kosten zullen ook de BIV, verkeersbelasting, eventuele CO2-bijdrage en het Voordeel van Alle Aard toenemen.

Dat zijn ongewenste resultaten die ervoor zorgen dat zelfstandigen en ondernemers met ‘fake’ hybrides in veel gevallen zullen trachten om hun auto tegen 2020 van de hand te doen. Andere ondernemers en zelfstandigen zullen alvast weinig interesse hebben, omdat zij ook met die negatieve gevolgen geconfronteerd zouden worden bij aankoop van dergelijke auto’s. Het zal dus zaak zijn om je plug-inhybride aan een particulier of in het buitenland te verkopen.

Scharnierpunt

1 januari 2018 is het scharnierpunt voor de nieuwe regelgeving. Heb je je ‘fake’ hybride besteld voor deze datum, dan blijft de fiscaliteit, of je auto nu aan de nieuwe voorwaarden voldoet of niet, berekend op de officiële uitstoot zoals vermeld op het gelijkvormigheidsattest, ook na 2020. De andere gelukkigen zijn zij die dit jaar of in de toekomst een plug-inhybride bestellen die voldoet aan de in januari ingevoerde voorschriften.

Voor hen blijft de voordelige fiscaliteit (ook op basis van de nieuwe formule) behouden. Een aangenaam extraatje voor hen is dat de fiscale aftrekbaarheid van de brandstofkosten, die vandaag in alle gevallen 75 procent bedraagt, vanaf 2020 de algemene aftrek van de andere autokosten volgt, en dus kan stijgen tot 100 procent in het geval van een plug-inhybride die aan de nieuwe vereisten voldoet of voor 1 januari van dit jaar werd besteld.

WLTP, de spelbreker

Momenteel voldoen niet bijster veel modellen aan de nieuwe voorwaarden. Dat is te wijten aan de introductie van de WLTP-homologatiecyclus, die sinds 1 september algemeen van kracht is en de officiële CO2-uitstoot de hoogte in jaagt. België hanteert tot eind 2021 dan wel de naar de oude NEDC teruggerekende waarden (NEDC 2.0), maar die liggen in de meeste gevallen enkele grammen hoger.

Zo valt de Volvo XC60 T8 in de duurdere, van grotere banden voorziene versies voortaan uit de boot, terwijl hij tot maart 2018 nog wél voldeed. De basisversie (Momentum) is de enige die zijn uitstoot onder de WLTP weet te beperken tot 50 g/km en door het oog van de naald kruipt. Tegen 2020 zullen er ongetwijfeld modellen bijkomen. Heel wat constructeurs zullen tegen die datum hun aanbod immers aanpassen en uitbreiden.