Vandaag heeft één op zeven Belgische werknemers een bedrijfswagen. Vaak gaat het om een salariswagen, dus geen auto die je nodig hebt voor je werk, maar eentje die je vooral gebruikt om naar het werk te rijden of om privéritten te maken. Die wagen maakt meestal deel uit van je salarispakket: het is een extra boven op je gewone loon. Maar dat is niet altijd het geval.
LEES OOK: hoeveel kost een bedrijfswagen de werkgever?
Zo geven steeds meer bedrijven hun medewerkers zonder bedrijfswagen de kans om een stuk van hun brutoloon (vaak een bonus of dertiende maand) in te ruilen voor een leasewagen. Dat gebeurt vaak via een cafetariaplan. Het voordeel? Je betaalt geen belasting op dat deel van je loon, en je kunt het brutobedrag volledig gebruiken om een wagen te leasen.
Of je nu over een klassieke salariswagen beschikt of eentje met een deel van je loon bekostigt via een cafetariaplan, de fiscus beschouwt dat als een ‘voordeel van alle aard’ (VAA). Dat betekent dat je er wel belasting op betaalt, maar meestal veel minder dan je normaal zou betalen op dat brutoloon.
Voordeel van Alle Aard
De VAA-bijdrage ten laste van de werknemer wordt berekend met deze formule:
VAA = cataloguswaarde × 6/7 × leeftijdscoëfficiënt × CO₂-percentage
- De cataloguswaarde is de originele nieuwprijs van de auto (met opties en accessoires, zonder kortingen), inclusief de werkelijk betaalde btw.
- De leeftijdscoëfficiënt zakt van 100 procent in het eerste jaar naar 70 procent vanaf het zesde jaar. Er gaat met andere woorden 5 procent van de cataloguswaarde af per jaar. 70 procent is wel het minimum, dus als je langer met je auto blijft rijden, levert dat geen bijkomende ‘korting’ op.
- Het CO₂-percentage hangt af van de uitstoot van je wagen, die wordt vergeleken met de referentie-uitstoot. Die referentie-uitstoot wordt berekend op basis van de rijdende vloot. Door het toenemende aantal elektrische bedrijfsauto’s zakt die waarde jaar na jaar; voor 2025 bedraagt de referentie-uitstoot 71 g/km voor benzinevoertuigen en 59 g/km voor dieselvoertuigen. Hoe hoger de uitstoot van je bedrijfsauto, hoe meer je betaalt. Daarom zijn elektrische en plug-inhybride auto’s zo populair: die blijven vaak ruim onder de referentiewaarden.
VAA in de praktijk
Hoeveel je als werknemer netto betaalt, hangt af van je loon. Voor een kleine elektrische wagen ligt de belasting rond 1.600 euro per jaar; voor een zware diesel-SUV met een aankoopwaarde van 100.000 euro en een hoge uitstoot kan dat oplopen tot 15.000 euro. Die bedragen worden belast tegen je hoogste belastingschijf (vaak 50 procent).
Stel dat jouw VAA-bijdrage 2.400 bruto per jaar bedraagt, dan kost je dat netto ongeveer 1.200 per jaar, ofwel 100 per maand. Voor dat geld kun je zelf geen wagen leasen, laat staan een elektrische. En dan zijn alle kosten nog inbegrepen: verzekering, onderhoud, banden, enzovoort. In de meeste gevallen mag je ook onbeperkt tanken of opladen.
Betaal je zelf iets bij voor je wagen? Dan wordt dat bedrag gewoon afgetrokken van het VAA. Stel: je moet zelf betalen voor de trekhaak. Die kost bijvoorbeeld 1.000 euro. Dat bedrag mag worden afgetrokken van het bruto-VAA dat je in het eerste jaar zou betalen. In bovenstaand voorbeeld zakt je VAA dus van 2.400 naar 1.400 euro. Je spaart dus grof gerekend 500 euro belastingen uit (50 procent op 1.000 euro), dus kost de trekhaak je netto slechts 500 euro.
Cafetariaplan vs. eigen auto
Leuk, zo’n bedrijfswagen als extra. Maar wat als je brutoloon moet inleveren in ruil voor die auto? Dan betaal je niet alleen belasting op het VAA, maar geef je ook loon op. Is het sop in dat geval dan nog wel de kool waard? Laat ons even een vergelijking maken tussen zelf een auto kopen en er eentje bekostigen via een deel van je brutoloon.
Totale kosten/jaar eigen auto (Renault Symbioz, benzine, tweedehands): € 4.900
- Aankoopprijs: € 25.000 incl. btw
- Jaarlijks gereden kilometers: 20.000 km
- Afschrijving: € 2.500/jaar
- BIV + verkeersbelasting: € 400/jaar
- Onderhoud, banden, omniumverzekering, pechverhelping, onvoorziene kosten: € 2.000/jaar
Totale kosten/jaar bedrijfswagen via cafetariaplan (Kia EV3, nieuw, elektrisch): € 3.800
- Catalogusprijs: € 45.000 incl. btw
- Jaarlijks gereden kilometers: 20.000 km
- Looninlevering: € 6.000 bruto / € 3.000 netto per jaar
- VAA: € 1.600 bruto / € 800 netto per jaar
In dit voorbeeld spaar je ieder jaar 1.100 euro uit door voor een auto in het cafetariaplan te kiezen. Let op: dit is slechts een voorbeeld, maar het toont aan dat een auto via een cafetariaplan vaak financieel voordeliger is. Mensen onderschatten vaak wat een eigen auto écht kost; de afschrijving is maar een stukje van het hele plaatje.
En dan zijn er ook nog de rentekosten: koop je een wagen met je eigen spaargeld, dan loop je interesten mis. Doe je het via een lening, dan betaal je rente. Als je om die eigen auto te bekostigen 15.000 euro moet lenen op vier jaar, ben je met de huidige rentevoeten al snel 1.500 euro aan interesten kwijt. In veel gevallen is een cafetariaplan dus gewoon slimmer.
Dit artikel verscheen eerder in de gratis AutoGids-bijlage 'Fleet & Leasing'.
Nieuws
