Innovatie / Toyota-motoren: liever atmosferisch dan drukgevoed

Toyota heeft een opmerkelijke mededeling gedaan die volledig ingaat tegen de huidige trend: voor de Japanse constructeur is het beter om de atmosferische motor te blijven verbeteren eerder dan systematisch voor drukvoeding te kiezen. Dat is trouwens de richting die Toyota al uitgaat, vooral in de VS, waar het kolossale bedragen investeert om zijn natuurlijk ademhalende motoren te verbeteren.

Camry

De jongste Camry, die net in de Amerikaanse showrooms is opgedoken, heeft een 2,5-liter waarvan het rendement is opgekrikt tot zo’n 40 procent, even veel dus als de jongste evolutie van de 1.8 die wordt gebruikt in de hybride aandrijflijn van de Prius en de kleine SUV C-HR. De verbeteringen hebben onder meer betrekking op de verbranding, de wrijving (drijfstanglagerschalen met harsafwerking, wrijvingsarme distributieketting, aangepaste bewegende delen en randorganen), het koelsysteem en de recirculatie van de uitlaatgassen, die nog verder werd doorgedreven. Die laatste gebeurt hier via een gekoelde buitenlus (8 procent betere thermische verspreiding) die samen met de hogere compressieverhouding (13,04 : 1) tot doel had het motorrendement te verhogen tot 40 procent (38,5 procent voor de Prius 3), een record voor een benzinemotor. Dat mag gerust een forse vooruitgang worden genoemd als je weet dat het gemiddelde rendement rond de 25 à 30 procent ligt. Een veelbelovende evolutie, want we weten dat turbomotoren doorgaans onredelijk veel gaan verbruiken onder realistische verkeersomstandigheden.