Mobiliteit / Autolib in Parijs flopt

UPDATE: het einde van Autolib is op 31 juli van dit jaar gepland.

Het Autolib-project was controversieel van bij het begin door de keuze van de voertuigen (de Bolloré Bluecar) en loopt vandaag, nadat slechts 7 van de 12 geplande jaren zijn verstreken, op zijn einde. De kleine, grijze elektrische autootjes verdwijnen nog deze zomer uit het Parijse straatbeeld. De burgemeester is al op zoek naar een alternatief. Maar ze zou vooral proberen om te ontsnappen aan de gigantische schuldenberg van de openbare dienst. Die zou al 233 miljoen euro groot zijn, en in 2018 alleen al is 50 miljoen euro verdampt. Om niet het volledige bedrag te moeten betalen, verbreekt de stad het contract met Bolloré. Dat bedrijf vraagt uiteraard een schadevergoeding ter compensatie, maar die zou lager zijn dan de schulden. De stad is ook verplicht om de nog lopende abonnementen terug te betalen.

De reden voor de flop

Het falen van Autolib is niet enkel de schuld van de autootjes, die weinig aangenaam rijden en veel betrouwbaarheidsproblemen kennen. Er is nog een andere factor waar op voorhand te weinig rekening mee is gehouden: vandalisme, lomp gedrag en een gebrek aan zorg. De Bluecars werden al zeer snel vuil of beschadigd, zowel door het gebrek aan respect van sommige abonnees als door wanbeheer. Dat gebrek aan zorg maakt dat heel wat mensen hun abonnement hebben stopgezet of dat ze het gebruik van de diensten zijn gaan beperken. Aanvankelijk nam het aantal abonnees nochtans zeer snel toe, tot een piek van 150.000. Maar het aantal ritten begon te dalen en zit vandaag aan 11.000 per dag. Dat is onvoldoende activiteit voor de meer dan 4.000 Bluecars verdeeld over 1.100 stations.

Doel gemist

Bovendien was het de bedoeling om een “groen” alternatief te bieden, maar dat doel is gemist. De laadpalen gebruikten stroom van het residentiële netwerk, dat voor 75 procent door kerncentrales wordt gevoed in Parijs, tot grote onvrede van milieuverenigingen. Bovendien was de wens van de burgemeester dat Autolib de autodruk op de stad zou verminderen door een alternatief te bieden voor de privéwagen. Maar in werkelijkheid werd het vooral een alternatief voor het openbaar vervoer. En bovendien zijn particuliere taxidiensten zoals Uber stevige rivalen geworden voor dit soort deelwagenconcepten. Toch geeft de stad het idee niet op en zoekt ze naar nieuwe oplossingen, onder meer met free-floating voertuigen, die je niet verplicht op vaste punten moet oppikken en weer afzetten.