Mobiliteit / Rijhulpsystemen

Ga direct naar: ASR - ESP - EBA - Wegrijhulp - Snelheidsregelaar - Afstandsradar - Parkeerhulp - Rijstrookcontrole - EBD - Andere rijhulpsystemen.

ABS
Veruit het bekendste rijhulpsysteem is het ABS of antiblokkeerremsysteem. ABS zorgt ervoor dat de wielen tijdens het remmen niet blokkeren, waardoor u ook tijdens remmanoeuvres de controle over het stuur behoudt. Op die manier vervangt het ABS eigenlijk de techniek van ?pompend remmen? zoals die aangewezen is voor oudere auto's zonder dit systeem. Het ABS maakt gebruik van een sensor die de draaisnelheid van de wielen meet. Als een van de wielen begint te blokkeren, zal het ABS-systeem het remmen zeer kort onderbreken om de wielen opnieuw grip te geven. Bij minder geavanceerde systemen is de werking van het ABS goed hoorbaar en voelbaar in het pedaal, maar dat is volkomen normaal. Voor een optimale werking van het ABS-systeem is het belangrijk dat u tijdens een noodstop vol op het rempedaal gaat en blijft staan.

Afstandsradar
De afstandsradar is gekoppeld aan de snelheidsregelaar, en past de snelheid aan aan die van de voorligger. Het systeem waarschuwt de bestuurder ook voor obstakels. Hij wordt er dan met behulp van een visueel en auditief signaal (Collision Warning) toe aangezet te remmen. De meest verspreide benamingen zijn ACC, DCA, ICC, PCS, Active Cruise Control, Adaptative Cruise Control en Distronic. De meest geavanceerde systemen, zoals het City Safety of het Distronic, kunnen de auto zelfs tijdig tot stilstand brengen zonder echte tussenkomst van de bestuurder.

Parkeerhulp
Het parkeerhulpsysteem, voor velen al een onmisbare rijhulp, is uitgerust met sensoren achteraan en soms ook vooraan, die helpen bij het inparkeren, het achteruitrijden of het manoeuvreren. Wanneer de auto de bumper van een andere auto, een muur of een ander obstakel nadert, weerklinkt een geluidssignaal, dat soms gepaard gaat met een schematische voorstelling op het informatiescherm of zelfs met camerabeelden. De geluidssignalen volgen elkaar steeds sneller op of worden scheller naarmate de auto dichterbij het obstakel komt. Let wel: het is niet omdat u over een parkeerhulpsysteem beschikt, dat u zelf niet meer moet uitkijken, want soms kunnen de sensoren obstakels over het hoofd zien. Ook hier worden in de autosector uiteenlopende benamingen gebruikt, zoals APS, IPA, PDC, RPA, SPA, TPA, Park Assist of Parking Guidance.

Remassistentie
De Electronic Brake Assist (EBA) of elektronische remassistentie detecteert mogelijke noodstops (afhankelijk van de snelheid waarmee het rempedaal wordt ingetrapt) en verhoogt elektronisch de remkracht tot het maximum. Uit onderzoek is namelijk gebleken dat bestuurders bij een noodstop de capaciteit van het rempedaal onvoldoende benutten. Er worden verschillende afkortingen gebruikt voor het systeem: AFU, BA, BAS, DBC, EBA, EBD, HBA en MBA.

Remkrachtverdeler
De elektronische remkrachtverdeling of Electronic Bradeforce Distribution (EBD) garandeert automatisch een evenwichtige verdeling van de remkracht over de verschillende wielen, met als doel de auto te stabiliseren en tegelijk de remafstand zo kort mogelijk te maken. Sommige merken maken een onderscheid tussen de remkrachtverdeling in bochten en die in rechte lijn. Die in bochten is namelijk complexer, waardoor een meer geavanceerde technologie noodzakelijk is. Benamingen voor dergelijke systemen zijn AYC, BCS, CBC, CSV, EBA, EBD of EBV.

Snelheidsregelaar
De snelheidsregelaar of cruise control (ook wel Tempomat genoemd) is intussen een erg bekend rijhulpsysteem dat ervoor zorgt dat de auto een vooraf ingestelde snelheid aanhoudt, maar het kan ook worden gebruikt om de maximaal toegelaten snelheid niet te overschrijden. Over het algemeen kan de snelheidsregelaar worden ingeschakeld via bedieningsknoppen op het stuur of een hendel op de stuurkolom. Het systeem wordt uitgeschakeld zodra het rempedaal, het koppelingspedaal of de pook van de automaat wordt aangeraakt. Als je daarentegen versnelt, wordt teruggekeerd naar de geprogrammeerde snelheid zodra je het gaspedaal opnieuw loslaat. In sommige gevallen wordt de snelheidsregelaar aangevuld met een begrenzer. Daarmee kun je een snelheid instellen die niet mag worden overschreden (50 km/h bijvoorbeeld). In een noodgeval kun je die grens echter toch overschrijden zonder het systeem eerste te moeten uitschakelen, door gewoon het gaspedaal volledig in te trappen.

Spoorassistentie
Het spoorassistentiesysteem werkt met behulp van camera's die de wegmarkering observeren, en waarschuwt de bestuurder wanneer hij dreigt van zijn rijstrook af te wijken. Als de auto met hoge snelheid over een al dan niet doorlopende witte lijn rijdt zonder dat de richtingaanwijzers zijn ingeschakeld, gaan het stuur of de bestuurdersstoel trillen of weerklinkt er een geluidssignaal. Bij sommige merken wordt het stuurwiel ook onderhevig aan een weerstandskoppel om de bestuurder ertoe aan te zetten om tussen de lijnen te blijven. De bedoeling van dit rijhulpsysteem is ongevallen als gevolg van oververmoeidheid of verslapte concentratie tegen te gaan. Er worden heel wat verschillende benamingen gebruikt: AFIL, LDP, LKA, Lane Assist, Lane Departure, Lane Departure Warning en Lane Deviation Warning.

Stabiliteitscontrole
ESP of Electronic Stability Program is een stabiliteitscontrole die ervoor zorgt dat de auto de gekozen koers blijft volgen. Het systeem is in staat om onderstuur of overstuur (anders gezegd: rechtdoor schuiven of achteraan uitbreken) te corrigeren. Als het ESP vaststelt dat de wagen de stuurbewegingen niet meer volgt, zal het een wiel afremmen om de auto bij te sturen. Het systeem wordt ook ACS, ESC, DSC, DSTC, VDC of VSC genoemd.

Tractiecontrole
ASR (Anti-Spin Regulation), ook wel tractiecontrole geheten, zorgt ervoor dat de wielen niet doorslippen op een gladde ondergrond of bij een teveel aan koppel. De tractiecontrole grijpt tegenwoordig in op de remmen en/of de motorsturing. Het ASR gebruikt dezelfde sensoren als het ABS-systeem. Als een van de aangedreven wielen begint door te slippen, zal het ASR dat wiel afremmen ofwel op de motor inwerken door bijvoorbeeld de hoeveelheid ingespoten brandstof te verkleinen. Vaak is het systeem uitschakelbaar, omdat het storend kan werken bij het vertrekken op sneeuw of ijzel. De meest gebruikte afkortingen naast ASR zijn ASC, DSTC, EDS, ETC, MSP, TCS en TRC.

Wegrijhulp
Rijhulpsystemen om te vertrekken op een helling verhogen de actieve veiligheid niet rechtstreeks, maar zijn wel handig in de dagelijkse praktijk. Wie op een helling stilstaat (bijvoorbeeld aan een verkeerslicht), zal dankzij zo'n systeem niet achteruitrollen wanneer hij het rempedaal loslaat: de elektronica houdt dan de remkracht nog even aan. Bekende benamingen voor wegrijhulpsystemen zijn ADC, HAC, HHC, HLA, HSA, USS, Auto Hold, Hill Holder, Hill Hold of Hill Start Assist.

Andere rijhulpsystemen
Er zijn nog tal van andere elektronische rijhulpsystemen waarmee de autoconstructeurs maar al te graag uitpakken in publiciteitscampagnes of folders en catalogi. Daarbij denken we in de eerste plaats aan de antikoprolsystemen voor SUV's (ARM, ERM, ROP), afdaalhulpsystemen (DAH, DDS, HAC, HDA, HDC) of aanhangwagenstabiliteitscontroles (TCS).