Zowat iedereen is het erover eens dat de elektrische bakfiets een zegen is voor de stadsmobiliteit. Je kan je kinderen emissievrij naar de school of hun sportclub brengen, en ook voor je wekelijkse boodschappen hoef je de auto niet meer van stal te halen. Toch zorgen die elektrische bakfietsen voor veel wrevel bij de medeweggebruikers.
Zo noteerde Bart De Wever als burgemeester van Antwerpen een heleboel klachten. Ze nemen veel plaats in, waardoor jongere fietsertjes van de weg gedrukt worden. Ze rijden waar het hun het beste uitkomt, maar de meeste fietsovergangen en voetgangersoversteekplaatsen zijn niet ontworpen voor die grote, wat lompe bakfietsen. Antwerpse iniatieven die opriepen tot wat hoffelijkheid werden bovendien in de flank gecounterd door de Fietsersbond.
De auto achterna
Daarom ligt er nu een nieuw plan op tafel, dat premier Bart De Wever graag federaal zou doorvoeren. Speedpedelec-bakfietsen zouden het statuut van een auto krijgen, waardoor ze niet langer als "een wilde rodeostier" door de binnenstad zouden kunnen "beuken". Ze krijgen een nummerplaat en moeten een jaarlijkse verkeersbelasting betalen, terwijl de kinderen in een gesloten bak met veiligheidsgordels moeten zitten.
Die speedpedelec-bakfietsen mogen niet langer op het fietspad en moeten dus op de straat rijden, mogen niet langer in een eenrichtingsstraat en moeten parkeren op voor auto's gereserveerde plaatsen (inclusief het betalen van parkeergelden, indien van toepassing). Momenteel zou de Belgische regering in contact zijn met veiligheidsfederaties zoals EuroNCAP om ook gestandaardiseerde crashstests uit te voeren.
Nu kent De Wever het spelletje van geven en nemen uitstekend. De door het verstrengen van de bakfietsregelgeving vrijgekomen ruimte op het fietspad is voor crossbrommers met open uitlaat. Die hoor je goed aankomen en zijn dus een pak veiliger voor de andere weggebruikers. Er wordt op aangedrongen geen helm of beschermende kledij te dragen, zodat het zo gecreërde onveiligheidsgevoel de snelheid drukt.
Nieuws
