Zich aanmelden

Met Facebook aanmelden

of

Uw informatie is niet correct.
Ik meld me aan Wachtwoord vergeten?
Er is geen Facebook-account verbonden aan de website, schrijf u in.

Wachtwoord vergeten?

×
Mijn wachtwoord opnieuw instellen
Je ontvangt een e-mail voor het instellen van een nieuw wachtwoord.
Geen account gekoppeld aan dit e-mailadres

Nog geen account?
SCHRIJF JE GRATIS IN.

Nostalgie / DeLorean DMC-12: vooral een filmlegende

Geschreven door David Leclercq op 21-10-2015

In de tweede Back to the Future-film reizen de hoofdrolspelers met hun DeLorean naar 21 oktober 2015, meer bepaald 16.29 uur. Vandaag leek ons dan ook de ideale dag om de geschiedenis van de legendarische DMC-12 nog eens te overlopen.

Als het gaat over Back to the Future, de beroemde trilogie van Robert Zemeckis, waarvan het eerste deel al dateert van 1985, kun je moeilijk buiten de DeLorean waarmee ‘Doc’ Brown, een wat gekke wetenschapper gespeeld door Christopher Lloyd, en de jonge Marty McFly (Michael J. Fox) door de tijd reizen. Het echte verhaal van de DMC-12, met zijn vleugeldeuren en zijn V6, is echter heel wat minder rooskleurig dan zijn glansrol in de drie films doet vermoeden. Het is namelijk de geschiedenis van een gigantische commerciële flop.

De droom van één man

DeLorean is namelijk een groot financieel en industrieel debacle geweest van tientallen miljoenen dollars. Het was de droom van John Zachary DeLorean, een Amerikaans ingenieur en zakenman die op 24 oktober 1975 besliste een automerk op te richten. Hij kende de autosector al goed, ten eerste omdat hij al vijftien jaar had doorgebracht bij General Motors, waar hij het tot vicevoorzitter had geschopt, en ten tweede omdat we aan hem een van de allereerste muscle cars te danken hebben, de Pontiac GTO. Desondanks nam de autoritaire Delorean op 47-jarige leeftijd ontslag bij GM om zijn eigen merk uit de grond te stampen. Alleen beschikte hij niet over de nodige middelen en pas na een lening bij de Bank of America kon hij zich op zijn project storten.

Hightech

Delorean was ingenieur van opleiding en hield dan ook van mooie dingen. En op papier gaf hij zijn geesteskind, de DeLorean DMC-12 dan ook alle kansen . De 12 stond trouwens voor de verkoopprijs van 12.000 dollar die hij oorspronkelijk voor ogen had. Dat zou echter anders uitdraaien. Het ladderchassis was dat van de Lotus Esprit van toen (net als de ophanging), terwijl het koetswerk ontworpen was door een van de grootmeesters van die tijd, Giorgetto Giugiaro. Het originele aan de auto is dat hij van roestvrij staal is, maar ook dat hij is bedacht met vleugeldeuren, als eerste productieauto sinds de Mercedes 300 SL.

Op motorvlak moest Delorean zijn verwachtingen echter temperen, want in plaats van de oorspronkelijk voorziene wankelmotor (van Citroën) moest hij het houden bij de PRV-V6 (Peugeot-Renault-Volvo). Die ligt in achteroverhang zoals bij de Alpine A310 van toen, maar is al bij al niet bijster krachtig. Aanpassingen als gevolg van milieunormen deden zijn vermogen immers dalen van 150 naar 130 pk, ondanks een verhoging van de cilinderinhoud van 2,6 naar 2,8 liter. Niet echt voldoende om op één-twee-drie de 88 miles per hour te halen die nodig was om de ‘flux capacitator’ te activeren en door de tijd te reizen…

Ierland

De op papier verleidelijke DeLorean DMC-12 werd echter al snel een nachtmerrie toen hij in productie ging. Zo had John Z. Delorean voor Ierland gekozen om de auto te bouwen, een land dat absoluut geen kaas had gegeten van autoproductie, maar waar hij wel flink wat subsidies had losgepeuterd na de belofte op termijn 3.000 mensen tewerk te zullen stellen. De eerste prototypes verlieten de fabriek in 1978. De auto was echter zodanig complex dat de productiekosten torenhoog opliepen. En er kwamen ook heel wat garantiegevallen terug. Klanten klaagden over de motor, maar ook over de dichtingen van de mooie vleugeldeuren. “Wait a minute. Wait a minute, Doc. Are you telling me you made a time machine… out of a DeLorean?”, vroeg Marty in de eerste film aan Doc Brown, die antwoordde: “The way I see it, if you're gonna build a time machine into a car, why not do it with some style?”

En stijl had hij zeker, maar voor de rest… Terwijl het de bedoeling was 12.000 exemplaren te bouwen, zouden er uiteindelijk maar 9.200 stuks geassembleerd worden en in 1982 ging het bedrijf failliet, waarbij het een financiële put van 200 miljoen dollar achterliet. Erger nog: John Delorean zou die mislukking nooit te boven komen, want hij werd in die periode bovendien – ten onrechte – vernoemd in een schimmige zaak van drugstrafiek: hij werd er door de FBI van beschuldigd voor 24 miljoen dollar aan cocaïne zijn land te hebben binnengesmokkeld. Hij werd echter vrijgesproken in 1985 en verdween in 2005.

Een DeLorean in plaats van een koelkast

Oorspronkelijk waren de producenten van Back to the Future echter niet van plan om met de DeLorean te werken. Regisseur Robert Zemeckis, vertelde namelijk: “We hadden eerst bedacht dat de tijdmachine een doos was, een oude koelkast die we hadden aangepast. Het werd echter al snel duidelijk dat een machine om in de tijd te reizen een voertuig moest zijn.” De producenten vreesden immers dat vooral kinderen Marty McFly zouden gaan spelen in de koelkast thuis, wat tot enkele gezinsdrama’s had kunnen leiden…

Zemeckis herinnerde zich trouwens dat ze in de eerste plaats hadden gedacht aan een rupsbandvoertuig, zoals een tank. “Als je naar een tijd reist zonder bestrate wegen, moet je immers ook kunnen rijden. Uiteindelijk besloten we om een DeLorean te gebruiken omdat dat goed paste in de film: wanneer de auto in het verleden aankomt, denken de bewoners van de boerderij dat het een ruimteschip is. En met zijn vleugeldeuren lijkt de DMC-12 inderdaad op een futuristisch ding dat uit de toekomst komt.” En hij voegde er nog aan toe: “We hadden dat gedoe met cocaïne niet voorzien, noch dat hij ook op zo’n negatieve manier berucht zou worden. John Delorean heeft ons kort na de lancering van de film een brief geschreven om zijn bewondering te uiten en om ons te bedanken voor het levendig houden van zijn droom.”

Die droom kan trouwens nog altijd bestaan, zowel op het scherm als in werkelijkheid: voor zo’n 30.000 euro kun je een bestaand exemplaar kopen, maar je kunt zelfs nog een nieuwe Delorean kopen, want een Texaans bedrijf heeft de onderdelenvoorraad van de Ierse fabriek gekocht en biedt zelfs een replica aan van het exemplaar uit de film, voor een bescheiden 70.000 dollar. Het kan verkeren, maar als Back to the Future vijf jaar eerder was uitgekomen, had de nachtmerrie van John Delorean misschien wel de geplande droom kunnen zijn…

Technische fiche

Motor: PRV-zescilinder-in-V (90 graden), 2.849 cc

Opstelling: in achteroverhang

Vermogen: 130 pk bij 5.500 o/m

Koppel: 215 Nm bij 2.750 o/m

Aandrijving: op de achterwielen

Overbrenging: manuele 5-bak of 3-trapsautomaat

Afmetingen (lengte/breedte/hoogte): 4270/1990/1140

Rijklaar gewicht: 1.288 kg

0-100 km/h: 9,5 seconden

Topsnelheid: 193 km/h

Prijs: 24.000 dollar in 1983

BLIJF OP DE HOOGTE VAN HET LAATSTE AUTONIEUWS!
Nieuwe modellen, tests, advies, exclusieve evenementen! Het is gratis!

Ik schrijf me in

Nieuws

Aanbevolen nieuwsberichten