Veiligheid / Kinderen zonder gordel

Volgens een studie van het Belgisch Instituut voor VerkeersVeiligheid (BIVV) in samenwerking met het 'Laboratoire d'accidentologie et de bioméchanique' (LAB in het Franse Nanterre) zou één Belgisch kind op twee niet correct vastgesnoerd zitten in de auto. Het BIVV geeft zelfs aan dat uit hetzelfde onderzoek blijkt dat liefst 10 procent van de kinderen helemaal geen gordel draagt in de auto. Dat gedrag wordt vanaf 1 januari 2013 beschouwd als een overtreding van de derde graad (150 euro). Daarom wordt rond het onderwerp een specifieke campagne opgestart.

Van de erg kleine kinderen die met de rug naar de rijrichting of op een stoeltje met harnas worden vastgegespt is 25 procent slecht geïnstalleerd. Dat percentage klimt tot de helft wanneer ze op een stoeltje of een verhoogde zitting moeten plaats nemen met behulp van de standaard veiligheidsgordel van de auto. En wanneer ze enkel nog een gordel dragen, is die in 75 procent van de gevallen onjuist gebruikt. De belangrijkste foutelementen in het onderzoek waren een slechte montage (niet goed vastgesnoerd, onaangepaste positie) en een slecht gebruik van de bevestigingselementen (speling op het harnas, gordel onder de arm of achter de rug). Dergelijke fouten zijn te wijten aan verstrooidheid, de complexe manier waarop de systemen in elkaar zitten, plaatsgebrek of gewoon de bedoeling om het kind meer comfort te bieden door het minder strak in te snoeren.

Het BIVV herinnert eraan dat in 2010 liefst 1.821 kinderen tussen 0 en 12 jaar betrokken waren bij een fysiek verkeersongeval en dat 77 van hen overleden zijn of erg zwaar gewond raakten. Het is echter moeilijk vast te stellen of dat was omdat ze slecht waren vastgesnoerd, maar uit simulaties blijkt dat een kind dat op de juiste manier is bevestigd in een goede kinderstoel drie keer minder risico loopt om het leven te laten of zwaargewond te geraken bij een ongeval. Bovendien moeten alle nieuwe auto's sinds februari 2011 minstens twee Isofix-bevestingspunten hebben.