- Score redactie 14.85 /20
De vele lichtinval in het interieur creëert een heldere indruk, zeker in onze Max-testuitvoering, die hier en daar wat kwaliteitsvollere materialen met een lichte teint combineert tot een harmonieuze kleurenstelling. Voorin heb je plaats genoeg, met stoelen die ver genoeg naar achteren kunnen worden verschoven; een hoogteregeling is er enkel voor die van de bestuurder (optioneel in de You).
Verder zien we een klein stuurwiel à la Peugeot, dat in de hoogte en diepte verstelbaar is en perfect in de hand ligt… zonder het zicht op de instrumenten te hinderen. Daarover gesproken, wie bij het lezen van de term ‘head-updisplay’ in de brochure net zoals wij denkt aan informatie die op de voorruit wordt geprojecteerd, komt bedrogen uit: Citroën verwijst er gewoon mee naar het digitale instrumentenpaneel dat als een smalle strook onder de voorruit zit, net boven het stuur. Dat ruikt een beetje naar intellectuele oneerlijkheid…
Beperkte moduleerbaarheid
Achterin hebben twee volwassenen voldoende plek in de hoogte en de breedte, de beenruimte is een heel ander verhaal. Ook in- en uitstappen verloopt niet ideaal, als gevolg van de smalle deuren die niet ver genoeg opengaan. De koffer is met zijn 310 liter op papier 10 liter groter dan die van de oude C3, maar niet bijster moduleerbaar: enkel de rug kan worden neergeklapt (in één stuk of in 60/40-verhouding, afhankelijk van de gekozen uitvoering).
Maar de zitting kantelt niet mee, zodat je altijd met een aanzienlijk hoogteverschil blijft zitten in maximumconfiguratie. De bank zelf is ook niet verschuifbaar. Sommige details verraden dat Citroën op de kleintjes heeft moeten letten, zoals het ontbreken van een handgreep in het dak voor de voorste passagier, of de niet-gelakte panelen in de koffer of onder de motorkap. Allicht verklaart dat ook waarom er buiten het handschoenkastje geen afsluitbare bergvakken zijn, zelfs geen centrale armsteun. Stuur- en stoelverwarming is op de Max dan weer wél altijd inbegrepen.
In dit artikel : Citroën, Citroën C3