De hybrides op onze markt kun je in drie categorieën opdelen. Aan de ene kant van het spectrum heb je de mildhybrides (MHEV, ook wel microhybrides genoemd), waarin de elektromotor per definitie nooit alleen de auto kan voortbewegen. Aan het andere uiteinde vind je de plug-inhybrides, die met hun grote batterij ettelijke tientallen kilometers in uitstootvrije modus kunnen rijden. Dergelijke PHEV’s zijn duur, maar genieten wel fiscale voordelen (vooral dan voor zelfstandigen en ondernemingen).
Tussen die twee heb je de HEV of zogenoemde zelfopladende hybride, die spaarzamer is dan een klassieke benzine, maar toch niet zo duur als de stekkervarianten, en daardoor nog binnen het budget valt van particulieren. Zo’n zelfopladende hybride kan wel degelijk elektrisch rijden (zij het slechts gedurende enkele kilometers), maar hoeft nooit aan de stekker gehangen te worden: de (kleine) batterij wordt onderweg opgeladen door de verbrandingsmotor en door de kinetische energie bij het vertragen te recupereren. Specifiek in het C-SUV-segment – dat van de compacte gezins-SUV’s – is de HEV al goed ingeburgerd, met modellen als de Dacia Bigster Hybrid, de Ford Kuga FHEV, de Honda ZR-V, de Hyundai Tucson Hybrid, de Kia Sportage HEV, de Nissan Qashqai e-Power én onze twee rivalen hier: de Renault Austral en Toyota Corolla Cross.
Foto’s: Jonathan Godin
In dit artikel : Renault, Renault Austral , Toyota, Toyota Corolla cross