- Score redactie /20
Al sinds de eerste kennismaking met de Avenger — oorspronkelijk gelanceerd als volledig elektrische versie — wist de kleinste Jeep ons al te charmeren. Minder retro dan een Renegade, virieler dan een Compass: de Renegade vinkte meteen enkele belangrijke vakjes af. Dat hij technisch verwant is aan de Peugeot 2008, Opel Mokka of Fiat 600, allemaal gebouwd op het CMP/e-CMP-platform, doet weinig af aan die charme. De Amerikanisering staat hem wel: de gespierde proporties en het hoekige silhouet ademen die typische Jeep-mentaliteit. Een robuust uiterlijk dat uitnodigt tot vertrek. Precies dus wat wij van plan waren.

Technologie
Deze e-Hybrid-variant gebruikt de bekende 1.2-liter PureTech-driecilinder van Stellantis, hier in zijn derde generatie, met distributieketting, Miller-cyclus en geoptimaliseerde turbo. De benzinemotor krijgt hulp van een elektromotor van 28 pk en 55 Nm, geïntegreerd in de zesbak met dubbele koppeling. Het gecombineerde vermogen bedraagt 110 pk en 205 Nm.
Dat maakt geen sportwagen van de Avenger, al blijft er voldoende pep overeind (0-100 km/u in 10,4 seconden, top 184 km/u), zeker in vergelijking met de niet-geëlektrificeerde 1.2 turbo. In heuvelachtig terrein merk je het voordeel van de elektrische ondersteuning extra goed.
De kleine batterij (0,43 kWh) laadt enkel via remenergierecuperatie (niet instelbaar). Daardoor schakelt de benzinemotor soms luidruchtig bij om energie op te wekken. In dorpen vertrekt hij vaak fluisterstil op stroom — een pluspunt. Minder geslaagd: de drukknoppen voor de transmissie waar je vaak naar op zoek moet en die bovendien traag reageren, vooral bij het wisselen tussen achteruit en vooruit.

Leven aan boord
Met een lengte van 4.084 mm is dit de meest compacte Jeep van deze era (de originele Willys mat amper 3,3 m). Qua formaat zit hij op het niveau van een Clio of Polo, net voldoende voor ons gezinnetje van drie. Een vierde passagier had zich achter de bestuurder (1,87 m) moeten opvouwen. Gelukkig bood de passagiersstoel (1,72 m) wat meer ademruimte voor onze 1,82 m lange puber op de achterbank.
Het dashboard is strak en horizontaal opgevat, waardoor het centrale 10,25”-scherm onmiddellijk in het gezichtsveld valt. Het is wel vrij donker binnenin — het optionele schuifdak (€1.000) is dan ook een aanrader. Samen met het licht kwamen ook de noten beter binnen. Dat laatste mag dan weer op conto van de JBL-audio.
Achterin zit onze passagier behoorlijk gevangen, maar comfortabel genoeg om tweemaal 500 km (met tussenstop) te doorstaan zonder morren. De kofferruimte bedraagt officieel 380 liter — optimistisch gemeten. Het is in elk geval 25 liter meer dan de elektrische versie, maar niet genoeg voor twee weken vakantie zonder de achterbank neer te klappen.
Door creatief te stapelen en tot aan het dak te laden, paste alles net. Alleen: de kratten lokale wijn moesten we achterlaten. Voor gezinnen van vier is een dakkoffer eigenlijk een must. Gelukkig mag de Avenger tot 1.100 kg trekken, mocht u "op z’n Nederlands" met aanhanger willen reizen.

Degelijke reispartner
De helft van onze 2.000 km lange route verliep via snelwegen — geen natuurlijke habitat voor dit Jeepje, maar hij hield zich kranig. De geluidsisolatie is degelijk, het comfort aanvaardbaar: cruisen aan 120-130 km/u verloopt vlot. Het centraal geplaatste scherm stoort niet in het zicht en blijft goed leesbaar.
Pas op landelijke wegen toont de Avenger zijn troeven: conventionele ophanging, 18” velgen die niet te stug zijn, een goed gecontroleerde rolbeweging... Geen wagenziekte, zelfs niet op bochtige bergwegen.
Eens ter plaatse, licht beladen en alleen aan boord, voelt de Jeep meteen levendiger aan. Met slechts 1.280 kg op de weegschaal (300 kg minder dan de EV-versie) trakteert hij op een veel kwiekere rijervaring.
Behendige verkenner
Tijdens onze toeristische verkenningen bleek de Avenger een uitstekende gids: wendbaar in de smalle straatjes van het Zuiden, waar “parkeerplaats” een rekbaar begrip is. Met zijn 4,08 m lengte en 1,78 m breedte wurmt hij zich overal tussen, terwijl het met een bodemvrijheid van 200 mm zonder moeite over een berm of het grind klimt.
Nee, het is geen echte offroader — daarvoor is de 4Xe-versie beter uitgerust — maar het is ook geen modieuze poseur. Dankzij rijmodi zoals "Zand", "Modder" en "Sneeuw", én zijn Hill Descent Control (zeldzaam in dit segment), weert hij zich behoorlijk op losse ondergrond.

Verstandige keuze
De Avenger e-Hybrid is €9.000 goedkoper dan de elektrische variant, maar €2.000 duurder dan de gewone 1.2 turbo. Deze e-Hybrid start aan €27.020 in basisuitrusting Longitude. Daarnaast zijn er nog de uitvoeringen Altitude en Summit. Geen weggevertje dus, maar gezien de uitrusting die wordt meegeleverd wel een realistisch geprijsd aanbod.
Fiscaal blijft deze motorisering redelijk voor de particulier. Onze gemiddelde verbruik over 2.400 km bedroeg 6,3 l/100 km, zonder echt op het tempo te letten. In stadsverkeer zakte het zelfs tot 5,8 l/100 km. Met een volle batterij en tank komt hij ongeveer 800 km ver.

Conclusie
De Avenger e-Hybrid is zeker geen ideale gezinswagen, maar voor een klein gezin past hij prima. De beperkte binnenruimte en dito koffervolume vereisen enige flexibiliteit op vakantie. Maar voor de overige 350 dagen van het jaar is het een bijzonder aangename, veelzijdige metgezel.
Zijn milde hybride aandrijving is soepel en zuinig, het algemene comfort overtuigt, en hij oogt op de koop toe nog sympathiek ook. Zijn karakter onderscheidt hem duidelijk van de grijze massa. Toch liever iets sportievers? Kijk dan naar zijn technische neef: de Alfa Romeo Junior.
In dit artikel : Jeep, Jeep Avenger