Detailtests / 2025 Mercedes CLA 250+ "with EQ Technology" (Sport Edition)

Als we streng mogen zijn, durven we te zeggen dat Mercedes zijn start in het elektrische premium­segment toch voor een stuk gemist heeft. Met enerzijds modellen als de EQA, EQB en EQC, die als afgeleiden van bestaande benzine- en dieselvarianten noodgedwongen compromissen moesten sluiten.

En anderzijds de EQE en EQS (en hun SUV-tegenhangers), die wél op een specifiek EV-platform stonden, maar met hun wat bevreemdende uiterlijk en hun soms ontgoochelende kwaliteitsindruk evenmin wisten te overtuigen. In Stuttgart waren ze echter niet te beroerd om de hand in eigen boezem te steken, en voor hun tweede generatie EV’s hebben ze het bij Mercedes over een compleet andere boeg gegooid.

Daarbij hoort ook een nieuwe nomenclatuur voor die elektrische modellen: de vertrouwde modelnaam blijft voortaan behouden, de letters ‘EQ’ verhuizen naar de naam van de motorversie (officieel via de wat pompeus klinkende omschrijving ‘With EQ Technology’).

BMW achterna?

Een beslissing die erop wijst dat Mercedes voortaan voor een multi-energieaanbod gaat voor zijn nieuwe modellen: elektrisch in de hoofdrol, maar met geëlektrificeerde verbrandingsmotoren als aanvulling, om tegemoet te komen aan een elektrische transitie die niet zo snel verloopt als sommigen ons wilden doen geloven. Eigenlijk de aanpak die concurrent BMW al van in den beginne toepast dus…

Tegelijk vereenvoudigt Mercedes ook zijn instapgamma. De focus komt te liggen op ‘kleine’ modellen die het premiumimago van het merk ondersteunen; voor sommige andere valt het doek – zo zullen de A-Klasse Sedan en de B-Klasse geen rechtstreekse opvolger meer krijgen.

Dat geldt wel voor de CLA, die in deze derde generatie nog altijd beschikbaar is als vierdeurs, maar ook als Shooting Brake aangeboden zal worden. In afwachting van die iets handigere, wat stijlvollere breakversie voelen we de berline alvast uitgebreid aan de tand in zijn achterwielaangedreven ‘tussenversie’, de 250+.

Vierdeurscoupé

Grosso modo blijft de nieuwe Mercedes CLA trouw aan het concept van zijn voorgangers: het is nog altijd een soort van ranke vierdeurscoupé. Maar terwijl zijn profiel nog vrij dicht aansluit bij dat van zijn voorganger, is hij voortaan meteen herkenbaar aan de lichtbalk die de koplampen en de achterlichten links en rechts met elkaar verbindt. En natuurlijk aan de lichtsignatuur in de vorm van het merklogo in die lichtblokken zelf. Die driepuntige sterren keren ook terug in de 142 (!) leds in het radiatorrooster die het eveneens verlichte logo omgeven.

Vergeleken met zijn voorganger is de nieuwe CLA 4 centimeter langer geworden, maar de wielbasis groeide wel met 6 centimeter, tot 2,79 meter. De CLA is sowieso geen ­kleine jongen: met zijn 4,72 meter is hij amper korter dan de huidige C-Klasse, een model dat hij zelfs overtreft in de breedte en in de hoogte. Dat je hem dat niet zou nageven, is vooral de verdienste van zijn jeugdiger, minder klassieke look.

Superscreen

Een verschil dat je ook terugvindt in het interieur, waar de nieuwe CLA desgewenst kan uitpakken met drie schermen naast elkaar, gebundeld onder een afdekglas dat zich uitstrekt over de volledige breedte van het dashboard. Dat befaamde MBUX Superscreen is evenwel optioneel (inbegrepen in het Premium Pakket van 5.203 euro); standaard wordt dat derde scherm voor de neus van de passagier vervangen door een paneel met verlichte sterretjes.

Ook niet mis, en je kunt je afvragen hoe onmisbaar dat derde display is – wetende dat die passagier in de praktijk toch al over een eigen scherm beschikt, in de vorm van zijn of haar smartphone. Soit, of het sop de kool waard is, moet ieder maar voor zich uitmaken. Los van die aanraakschermen zijn er sowieso nauwelijks nog fysieke knoppen, enkele shortcuts niet te na gesproken. Tegelijk werd ook de menustructuur vereenvoudigd, al blijft het momenten toch zoeken achter de logica van sommige keuzes.

Foto’s: Julien Mahiels